Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Wanneer MAERLANT de toebereidselen tot ALEXANDER'S tocht verhaald heeft, kan hij zich dan ook niet weerhouden, zijne verbazing lucht te geven . En wat al wonderen verhaalden de auteurs van de Alexandreïs en dergelijke werken!
Neen, niet gevangen geven, dat deed een man als Tromp niet, dat wilden mannen als Huib Maerlant en Gerrit Leinsz. niet. De laatste had immers nog eene brandende lont en beneden was nog buskruit! "Jae, jae, Jan Evertsen komt Goede Vaer 'elpen! toe mer joengers, saobelt ze neer, slaet ze dood!
Nu is het toch waarschijnlijker dat een paar verzen uit den Alexander, welker rijmklanken nog tweemaal terugkeeren, WILLEM in het oor zijn blijven hangen, dan dat MAERLANT het ééne verspaar uit den Reinaert zou herhaald en nog tweemaal diezelfde rijmklanken gebruikt hebben.
In zijn geheel zou het zeker een waardig sluitstuk voor de MARTIJNS-dichten vormen. Waarschijnlijk zouden wij dan ook meer zekerheid krijgen aangaande de vraag, die voor mij voorloopig eene vraag blijft: of MAERLANT inderdaad de maker is van dit gedicht.
Daar staat hij!" sprak Tromp en wees op den ouden matroos, die nog altijd bij Leinsz. stond. In een paar stappen was Witte bij hem, tikte hem op den schouder en zeî: "Dag Huib Maerlant!" "Dag, heer Ammiraal!" antwoordde Huib ontroerd. "Nou, waarom zeg je nu niet als voor een goede veertig jaar: "Leelijk Kregel Mennonietje?" Huib zweeg. "Jawel, nou denk je zeker dat ik je dat inpeperen zal!
Leeringen wekken, voorbeelden trekken. Niemand heeft ooit JACOB VAN MAERLANT op een leugen betrapt, want zijn leven was eerzaam, zooals een dichter past. Dichter moet men zijn van nature; zijt gij door de natuur niet tot dichter gemaakt, dan zal niemand u kunnen leeren hoe gij het worden zult. Rechte dichters moet men op hoogen prijs stellen.
Ze zeggen wel eens voor een spreekwoord, dat Hans door zijne domheid voortkomt; maar als je dan vraagt: "Wie is die Hans?" dan kennen ze hem evenmin als jij dien poëet Jacob Van Maerlant kent, weet-je! En wij houden er hier aan boord van, dat ieder zoowat zijn soort zoekt. De pluimgraaf moet geen kameraadschap maken willen met den schipper en de barbier niet met den kapitein, weet-je!
BOENDALE'S uiteenzetting van den invloed der literatuur op de ontwikkeling der maatschappij kan worden aangevuld met een paar staaltjes van dien invloed, ontleend aan zijn eigen tijd. MAERLANT, vervolgd door de geestelijkheid wegens zijn Rijmbijbel, heeft ons reeds vroeger getoond dat men de macht der literatuur in de volkstaal ging beseffen.
Zij zeggen dink, mant, lant, noort, wet, hat, goet, voor ding, mand, land, noord, wed, had, goed; eene menigte voorbeelden van dien aard zal men bij Maerlant en zijn tijdgenooten aantreffen. Deze neiging, in den blinde bot gevierd, zoude verwarring veroorzaken.
Ook de typische uitdrukking een nieuw lied waarmede de liedjesdichters en liedjeszangers vanouds de nieuwsgierigheid van het publiek hebben geprikkeld, is aan MAERLANT reeds bekend, zooals blijkt uit het vers waarin hij van ALEXANDER zegt: Van joien sanc hi nuwen sanc .
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek