Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
Voor MAERLANT zijn blijkbaar alle gedichten die deze en dergelijke stoffen behandelen, gelijksoortig als schilderingen van het verleden. Dat hij zich het eerst wendde tot eene bewerking der verhalen over ALEXANDER DEN GROOTE, vindt ten deele zijne verklaring in het zoo even gezegde. Maar ook de groote roem van het door hem verdietschte werk moet daartoe hebben bijgedragen.
Ten slotte maken die Grieken en Trojanen op MAERLANT den indruk van dorperlijke onnoozelheid; beide volken hebben meent hij, in den oorlog hunne eer verloren. En waarom gaat hij voort laat men zich onder Christenmenschen nog altijd voorlezen van die "overdaet" Want aan weerszijden waren het louter heidenen ? Het antwoord luidt: opdat
Nu en dan rammelde hij met gerande zilverstukken of stond stil om er enkelen, die hij uit den zak haalde, te bekijken. "Was ik nu nog een twintig jaren jonger, dan wist ik wel wat ik deed. Maar nu, oud en ongeleerd, nergens goed voor dan voor matroos! Ver gebracht, Huib Maerlant, ver gebracht. Ze draven je allemaal voorbij.
MAERLANT verzekert het ons ten overvloede in zijn Rijmbijbel . Omgekeerd werd de plaats van den menestreel, naar het schijnt, wel eens ingenomen door een "scriver", die doorgaans wel een "clerc" zal zijn geweest.
Een van het soort waartoe ook de "Sarrasijn" behoorde, "die voor mijn here speelde met eenen bere", van wien eene grafelijkheids-rekening der 14de eeuw gewag maakt . Boven zulk volkje voelde een eerzaam klerk en gezeten burger als MAERLANT zich ver verheven.
Het andere deel verplaatst ons in den oorlog, maar een oorlog die gelijkt op een groot tournooi met scherpe wapenen; de dames zitten er dan ook naar te kijken. MAERLANT heeft den ganschen roman de Troie van BENO
Toch heeft MAERLANT'S bewerking van dit heiligenleven weinig eigens, weinig ook dat ons spreekt van aandoening in hem gewekt door de levensopvatting en den levenswandel van "SINTE FRANSOYS". Waar wij hier en daar sporen van aandoening meenen te zien, blijkt bij vergelijking met het origineel dat MAERLANT niet veel meer geeft dan eene vertaling .
HADEWIJCH, WILLEM VAN AFFLIGHEM en vooral MAERLANT vertoonen iets van een dichterlijke persoonlijkheid, maar schaduwachtig van omtrek. Eenige andere namen van dichters der 13de eeuw zijn tot ons gekomen, doch het zijn slechts namen. Wat baat het ons of wij weten dat "CLAES VER BRECHTEN ZONE" den Willem van Oranje vertaald heeft?
Meer dan een zijner kleinere stukken mag bevallig worden genoemd. Ook is er in zijne poëzie hier en daer iets persoonlijks, dat ons in een middeleeuwsch dichter door zijne zeldzaamheid treft en dat wij vóór dezen slechts een enkelen keer hebben aangetroffen bij MAERLANT, waar hij zijne grijze haren in den spiegel ziet.
Maar Tromp liet hem los en in een oogenblik was Jonge Kees onder de matrozen, die hem met allerlei vragen bestormden. De knaap stond echter niemand te woord en zag maar naar alle kanten rond. "Wien zoek-je, maat?" vroeg Adriaan. Jonge Kees zag den matroos met zijne fijne stem in het vriendelijke, baardelooze gelaat en zeî: "Ik zoek Huib, Huib Maerlant!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek