Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Terwijl zij dus over de paden ging, waarop haar gestalte donker uitkwam, en met haar knokige armen haar gescheurden halsdoek bewoog, had zij wel iets van een vleermuis. Toen zij gedaan had, trad vader Mabeuf met tranen in de oogen naar haar toe, legde zijn hand op haar hoofd en zeide: "God zal u zegenen; ge zijt een engel, wijl ge voor de bloemen zorgt."
Zulke noodlottige geruchten gaan gewoonlijk aan burger-oorlogen gepaard, en 't was een dergelijk valsch gerucht, 't welk later den ongelukkigen afloop in de straat Transnonain ten gevolge had. Toen de deur versperd was, zeide Enjolras tot de anderen: "Laten wij ons leven duur verkoopen." Daarop naderde hij de tafel, waarop Mabeuf en Gavroche lagen.
Hij had geen wapen, en repte zich om niet achter te blijven, hoewel hij een peinzend voorkomen had. Gavroche zag hem: "Wie is hij?" vroeg hij aan Courfeyrac. "Een oud man." 't Was de heer Mabeuf. Verhalen wij wat gebeurd was. Enjolras en zijn vrienden waren op den boulevard Bourdon bij de magazijnen, op het oogenblik dat de dragonders een aanval hadden gedaan.
Men legde Gavroche op de tafel, waarop Mabeuf lag, en spreidde over beide lichamen den zwarten doek. Hij was groot genoeg voor den grijsaard en den knaap. Combeferre deelde de patronen uit, welke hij in de mand had medegebracht. Ieder man kreeg hierdoor vijftien schoten. Jean Valjean zat steeds bewegingloos op dezelfde plaats, op den straatpaal.
Hij had de beurs aan den politiecommissaris der wijk gebracht, als een verloren voorwerp, dat door den vinder ter beschikking des navragers was gesteld. De beurs was inderdaad verloren. Het spreekt vanzelf, dat niemand ze opvroeg, en zij den heer Mabeuf niet het minste voordeel gaf. Overigens zonk de heer Mabeuf steeds dieper.
De heer Mabeuf had evenwel den troep niet verlaten. Hij was het benedenvertrek der herberg binnengegaan en had zich naast de toonbank neergezet. Daar zat hij, om zoo te spreken, als vernietigd. Hij scheen niet meer te zien, noch te denken.
Het schenen geweerschoten en het rumoer van een menigte menschen. De oude Mabeuf hief het hoofd op. Hij zag een tuinman, die voorbijging, en vroeg hem: "Wat is dat?" De tuinman antwoordde, met de spade op den schouder en op rustigen toon: "Een oproer." "Wat? een oproer?" "Ja; men vecht." "Waarom vecht men?" "Ja, dat weet ik niet," zei de tuinman. "Naar welken kant?" vroeg Mabeuf.
Dus sprekende had hij zich gebogen om een tak van den rhododendron op te richten, en hernam: "Zie, nu herinner ik mij. Hij komt dikwijls op den boulevard en gaat aan de zijde der Glacière, straat Croule Barbe, naar het Leeuweriksveld. Ga daar heen; gij zult er hem gemakkelijk vinden." Toen de heer Mabeuf zich oprichtte, was er niemand meer; het meisje was verdwenen.
Zij bleef eenige oogenblikken alsof zij niet kon spreken. "Ik heb u dan gevonden," zeide zij eindelijk. "Vader Mabeuf had gelijk, 't was op dezen boulevard! Hoe heb ik u gezocht! Zoo ge het wist! Ik ben veertien dagen in de gevangenis geweest. Maar zij hebben mij losgelaten, wijl er niets tegen mij was, en ik bovendien de jaren van onderscheid niet had; er ontbraken nog twee maanden aan.
Op de barricade te klimmen, op het oogenblik, dat men er ongetwijfeld weder op aanlegde, dit was evengoed als in den dood gaan. De moedigste aarzelt, zich er toe te veroordeelen. Zelfs Enjolras sidderde. Hij hernam: "Biedt niemand zich aan?" Sedert men te Corinthe aangekomen en begonnen was de barricade op te richten, had men weinig meer op den ouden Mabeuf gelet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek