Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 oktober 2025
"Ik wil wel, tante," zei Elsje zacht, "als ik maar wist wat." "Kijk, je kunt door het raam de sterren zien schijnen; het wordt beter weer, inspireert je dat niet?" vroeg Louise lachend. En de flonkerende sterren schenen Elsje werkelijk op een inval te brengen. "Wij hebben de laatste weken op school iets geleerd, dat ik bizonder mooi vond," zei ze. "Zal ik dat nemen? Maar het is heel eenvoudig.
O ja! maar zij heeft het ongelukkig getroffen; want de tante bij wie zij zou gaan inwonen, kan haar nog niet ontvangen: en met haar broeder harmonieert zij beter van verre dan van nabij: en nu heeft zij eene kamer moeten huren bij een slager, waar zij 's nachts niet slapen kan van 't geweld, en waar het heel vuil is; maar er is een oude neef van haar, die haar tot gezelschap wil hebben. Louise.
Eindelijk hoorde Rodolphe het "gewijde uur" slaan, en toen de laatste slag weerklonk, meende hij te zien dat de Amor en de Psyche op zijn pendule hun albasten lichamen tegen elkaar drukten. Op hetzelfde oogenblik werd er tweemaal bescheiden aan de deur geklopt. Rodolphe ging open doen; het was Louise. "Je ziet, dat ik op tijd ben," zeide zij.
"Mevrouw," zegt Kaatje terwijl ze Eva's vriendelijk en keurig gemeubileerd boudoir is binnengetreden: "mevrouw, daar is de juffrouw van den kapitein: uw zuster zal ik maar zeggen." "Hé, wat wil die? Laat maar wachten in de zaal Kaatje." Neen, wachten kon Louise niet. Zij klopt aan de deur van Eva's boudoir. "Binnen! Hé, kom je tóch boven Louise? Wat heb je kindlief?
Men denk er dan aan zusje: naaistertjes ja zelfs naaistertjes in het geheim, ze wonen op den duur geen feesten bij in den hoogeren stand." Louise was te vol, zij kon niet meer spreken. Zij moest het wel opgeven Eva tot betere gedachten te brengen. En dan, telkens gegriefd te worden! O het deed haar zoo zeer.
Wel, is het mogelijk! als men van den wolf spreekt.... maar waarom kleur je zoo. Clara? Clara. Louise. En gij ook, Caroline! zoo waar ik leef. Caroline. Ik? Maar wat meen je toch? Je kleurt zelve het meest van ons drieën. Louise. Wel geen wonder! dat zal ik u dadelijk zeggen. Ken je dien Officier? Caroline. Het is de Heer van T., die hier in garnizoen ligt. Louise. Wel nu!
Mama Armelo was druk met dochter Louise aan 't rekken en vouwen van de wasch, doch mama heeft voor dochter Helmond in allerijl een mooie muts opgezet, en komt nu in de voorkamer waar Eva wachtte, en verontschuldigt zich tegen haar kind over haar toilet. Niewaar, Eva wist wel hoe het soms laat werd, en, zij had zich juist even met een schoteltje bemoeid, een lekker schoteltje voor papa.
En dan te moeten vragen: Mademoiselle, est-ce que j'ose avoir de cici? Mademoiselle, est-ce que j'ose faire cela? Caroline. Dat is geen Fransch: en Juffrouw Siloin sprak zeer goed Fransch. Louise. Dan is zij wel de eerste van alle gouvernantes, die niet van est-ce que en j'ose sprak. En hou je de correspondentie trouw aan? Caroline. O! spreek er mij niet van.
En hij heeft, hoor ik, uitgestrekte goederen bij Doetinchem. Caroline. Doetichem! Waar ligt dat? dat heb ik nooit hooren noemen. Louise. Wat! weet je niet waar Doetichem ligt? O! ik dacht er niet aan. Je zult zeker beter te huis zijn in les Cantons. Maar onder ons gezeid, lieve Clara! de menschen zijn verwonderd dat gij hem niet genomen hebt. Clara. Inderdaad? Louise. Wel ja!
Hij had alles gedaan om een goeden indruk op haar te maken; reeds Berthier had een schat van kostbaarheden voor Maria Louise mee naar Weenen genomen; verder had Napoleon zich laten onderrichten omtrent haar liefhebberijen en vernemende, dat ze veel van mooie vogels en honden hield, droeg hij zorg, dat ze die te Parijs zou vinden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek