Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 oktober 2025


Hij schoof op zijn stoel heen en weer en was zoo bleek, alsof hij een aanval van zeeziekte had. Het derde meisje trok een cijfer en hief het ten aanschouwe van allen in de hoogte. »Negen!" kondigde de voorzitter met zijne eentonige stem aan. »Negen!" herhaalde de secretaris even onverstoorbaar. »Negen!" Negen!.... Dat was het eerste cijfer van het loterijbriefje van Ole Kamp!

Sylvius Hog stond daar met het loterijbriefje in de hand. Hij bekeek het.... hij betastte het.... hij keerde dat papier om en om, waarop de arme zeeman vol hoop een grootsch gebouw van nog grootscher verwachtingen gegrondvest had. Maar al dat bekijken, betasten, en om en om draaien gaf hem niets. De professor wilde het reepje papier evenwel nog nader onderzoeken. Dat lag in zijn aard.

Dat loterijbriefje was voor haar de laatste brief van haren bruidegom. En nu moet men niet gelooven, dat het arme meisje daarbij bewogen werd door de nevengedachte dat zij een der hoofdprijzen der loterij zou kunnen winnen. Neen; zij zag daarin slechts het laatste vaarwel van den armen schipbreukeling, eene reliquie, die zij zorgvuldig bewaren wilde.

»Welnu, dan zult gij ook aan Hulda Hansen de vraag moeten richten, of zij genegen is daarvan afstand te doen." »Mijn zoon!...." riep vrouw Hansen uit. »Laat mij voortgaan, moeder," hernam Joël. »Behoorde dat loterijbriefje niet wettig aan onzen neef, den stuurman Ole Kamp." »Voorzeker," antwoordde Sandgoïst.

Maar wat er thans aan te doen? Gedane zaken hebben geen keer in dit ondermaansche. Sandgoïst was bezitter van het bewuste loterijbriefje. Daarop kon niet meer teruggekomen worden. Het behoorde hem toe; hij zou het den meestbiedende verkoopen; de woekeraar zou munt slaan uit dat hartroerend afscheid door den schipbreukeling aan zijne bruid gericht! Sylvius Hog kon er geen vrede mee hebben!

Het was, alsof een besmettelijke waanzin sommige breinen bevangen hadden. Het scheen wel dat op dit loterijbriefje het groote lot van honderdduizend mark moest vallen. Het was, alsof in die loterij slechts een enkel nummer bestond, en dat dit nummer het bekende 9672 was! En inmiddels duurde de wedstrijd tusschen den Engelschman van Manchester en den Amerikaan van Boston steeds voort.

Hij moest dat doen om te weten te komen of de schipbreukelingen der Viken nog te helpen waren. Maar de weinige regels, die op de keerzijde van het loterijbriefje geschreven waren, duidden met zekerheid aan, dat hier hulp te laat kwam. Er was toch volstrekt niet gemeld, waar de schipbreuk had plaats gehad, en bijgevolg kon de Christian onmogelijk naar de plek van de ramp stevenen.

Denkt ge dan, dat die heeren niet weten, wat zij doen?" »Die zijn slimmer dan wij!" »Zoudt gij zestigduizend mark voor dat loterijbriefje geven?" »Ik niet!" »Ziet ge wel! Dus de heeren Rotschild zijn niet zoo slim als gij!" »Oho! niet zoo boud! Als ik geen zestigduizend mark geef, dan beduidt dat eenvoudig dat ik ze niet heb."

Over veertien dagen zou de onmeedoogende woekeraar de ongelukkigen uit de herberg van Dal verjaagd hebben, als de schuld niet door den afstand van het loterijbriefje ware gedelgd geworden.

Dat loterijbriefje, hetwelk hij heden wilde bezitten zou over veertien dagen geene waarde meer hebben, en.... wanneer zij het hem niet afstond, dan zou dat de ondergang harer familie zijn. Gaf zij niet toe, dan werd het huis, de aloude herberg van Dal verkocht.

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek