Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 oktober 2025


Veroorloof mij dus, u als mijn onwrikbaar besluit mede te deelen, dat ik dat loterijbriefje, tegen geen prijs hoe groot ook, wil en zal afstaan. Verstaat gij?" Hulda was bij die laatste woorden van haar stoel opgestaan om het vertrek te verlaten. Zij meende dat, na hetgeen zij gezegd had, het onderhoud door hare weigering als geëindigd kon beschouwd worden.

En als zij dan het woord richtte, hetzij tot Hulda, hetzij tot Joël, was het slechts, om hen met direkte of indirecte verwijtingen te overstelpen, betreffende het loterijbriefje, dat zij tot geen prijs, hoe groot ook, wilden afstaan. Hierbij moet vermeld worden, dat de aanbiedingen voor dat loterijbriefje niet opgehouden hadden. Van alle kanten, uit alle werelddeelen waren zij ingekomen.

»In ieder geval, vrouw Hansen," hernam Sylvius Hog, »hadt gij, alvorens over het loterijbriefje van Hulda te beschikken, eene zeer eenvoudige zaak moeten doen, die gij nu nagelaten hebt." »Wat dan, mijnheer Hog?" »Gij hadt u eerst tot uwe vrienden moeten wenden, tot de vrienden van uwe familie!" »Wat zou dat gegeven hebben?"

Waarlijk als zij nog in het bezit van het loterijbriefje van Ole Kamp ware geweest, dan zou een ieder, na zich zelven eerst het groote lot toegewenscht te hebben, den tweeden prijs aan haar hebben toegedacht. Het scheen, dat op dat oogenblik reeds verscheidene personen kennis droegen van het telegram, door het Morgenblad in zijn laatste nummer verspreid.

En.... het merkwaardigste was, dat Sylvius Hog niet, hoe onwaarschijnlijk dit klinken moge, wanhoopte. Dertien dagen waren reeds verloopen sedert het loterijbriefje, door het departement van Marine van Christiania naar Dal verzonden, daar ontvangen werd.

»Hij heeft er toch een flinken prijs voor betaald, niet waar?" »Ja, vijftien duizend mark." »En?...." »En, nu wil er niemand meer aan." »Dat verwondert mij niets." »Mij wel. Is de waarde van dat loterijbriefje inmiddels veranderd?" »Heeft het minder kans?" »Luistert!" »Wij luisteren." »Dat loterijbriefje was goed...." »Was goed!.... Waarom niet is goed?"

De man stotterde van opgewondenheid, waarlijk het verlangen om dat loterijbriefje te bezitten, moest wel groot zijn, hij moest wel degelijk overtuigd zijn, dat het hem winst zou opbrengen, dat hij zich zoover liet vervoeren. Hij ging bij de tafel zitten, waarop zich papier, pen en inkt bevonden, krabbelde een poos, en zei toen: »Ziedaar wat ik bied!"

Soms maakte die omstandigheid het onderwerp van het gesprek tusschen hem en Joël uit. »Heeft mijne zuster geen gelijk?" vroeg deze dan. »En handel ik niet goed als ik hare weigering, om het loterijbriefje van de hand te doen, goedkeur?" »Voorzeker," antwoordde Sylvius Hog met overtuiging. »Maar toch valt er...." »Wat wilt ge zeggen?"

»Mijn wakkere Ole," had Sylvius Hog tot den jeugdigen stuurman gezegd, toen hij hem het loterijbriefje ter hand stelde, »het was niet de kans op het winnen van een hoogen prijs, iets dat zeer onwaarschijnlijk is, die ik aan Hulda wilde teruggeven, maar wel het laatst vaarwel, dat gij aan haar richttet, toen gij op het punt waart te vergaan, om voor den rechterstoel van den Almachtige te verschijnen."

Maar wat mij woedend maakt, is, dat het die inhalige Sandgoïst zal zijn, die met de bijgeloovige opgewondenheid van het publiek zijn voordeel zal doen! Nu men aan dat loterijbriefje van den armen Ole Kamp eene bovennatuurlijke waarde hecht, zal hij die gaan exploiteeren!" »Natuurlijk," zei Joël, »tenzij hij het briefje voor zich wenscht te behouden."

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek