Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 oktober 2025
Sylvius Hog had dat treurige verhaal, dat hem door Joël Hansen in tegenwoordigheid zijner zuster Hulda gedaan was, nauwlettend aangehoord: »Gij hadt dat loterijbriefje niet uit uwe handen moeten geven!" riep hij in de eerste opwelling zijner verontwaardiging uit: »Neen, dat hadt gij niet moeten doen!"
Sandgoïst evenwel, begrijpende dat hij meester van den toestand en dus van het geheele terrein was, werd hoe langer hoe meer verhard, terwijl zijn taal nog onbeschofter klonk. »Ik wil dat loterijbriefje hebben, en ik zal het hebben! Hoort ge?" riep hij uit. »In ruil daarvoor bied ik een prijs, die wel aanneembaar zal zijn.
»Daarom," vervolgde Sandgoïst tartend bedaard, »heb ik gisteren Drammen verlaten om mij naar Dal te begeven, met het doel, om met u over den afstand van dat loterijbriefje te onderhandelen en om vrouw Hansen te verzoeken mij de voorkeur boven alle mededingers te verleenen. Nu weet gij het!" »Is dat alles?" vroeg Joël. »Ja, dat is alles."
»Wat zou dat voor een schouwspel zijn," zei hij, »als dat loterijbriefje, hier gekocht, daar verkocht, elders weer aangeboden en verder weer afgestaan werd; wanneer dat briefje van hand tot hand ging, als ware het bankpapier, totdat de trekkingsdag daar zou zijn, die er waarschijnlijk een vod van zoude maken." Hulda rilde bij de gedachte aan zoo iets. Maar Sylvius Hog ging zelfs nog verder.
Door de bemoeiingen van dien woekeraar hadden de dagbladen aangekondigd, dat »het beroemd en door de Voorzienigheid tot een gelukkig lot bestempeld loterijbriefje", dat het nummer 9672 voerde, thans in handen was van mijnheer Sandgoïst te Drammen, en dat dit loterijbriefje, hetwelk in het openbaar zou verkocht worden, aan den meestbiedende zou worden toegewezen.
Het was een brave, eerlijke kerel, die kapitein Mosselman! Misschien zou een ander minder rechtschapen man dat loterijbriefje gehouden hebben. Hij daarentegen had slechts eene gedachte, namelijk dat briefje aan haar te doen toekomen aan wie het behoorde, aan wie het toegedacht was. Derhalve zou hij het in de eerste de beste havenplaats, die hij zou aandoen, verzenden aan Hulda Hansen te Dal.
»Wat moet ik bedenken?" »Welke waarde vertegenwoordigt dat loterijbriefje?" »Ik moet erkennen weinig." »Een enkele gelukkige kans tegenover negenhonderd negen en negentig duizend negenhonderd negen en negentig andere." »Inderdaad, op een millioen slechts één gunstige kans!" »Dat is weinig, mijnheer Hog, zeer weinig...." »Gij hebt gelijk, het is zeer weinig!"
»Zeker is het," hernam Sandgoïst, »dat de kansen van dat loterijbriefje niet vermeerderd zijn, doordat de hand van een schipbreukeling het in eene flesch gedaan heeft, die in zee geworpen en op het goede oogenblik opgevischt werd. Maar, met de menigte valt niet te redeneeren. Het staat vast, dat op dit oogenblik zeer veel personen verlangen eigenaar van dat loterijbriefje te worden..."
Toch was professor Sylvius Hog van meening, dat zij zich op de hoogte moest houden van de voorstellen en aanbiedingen, die haar gedaan werden, daar Ole Kamp haar dat loterijbriefje met het nummer 9672 in vollen eigendom vermaakt had. Maar Hulda sloeg alle aanbiedingen van de hand. Dat loterijbriefje vertegenwoordigde voor haar iets van veel meer waarde dan een hoop geld.
»En toen die afschuwelijke afzetterij van dien Sandgoïst, van dien woekeraar!" »Inderdaad!" »En toch, volgens mijne meening, mijnheer Hog, heeft Hulda Hansen goedgedaan door dat loterijbriefje tegen het schuldbewijs harer moeder in te wisselen." »Vindt gij?" »Ja, zeker!" »En, waarom dat, mijnheer Benett?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek