Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 mei 2025


Toen bracht zij me in de schauw van 't frissche loover, Waar allerhande bonte bloemen blonken: Zij was 't, van zooveel zoete vreugden dronken, Als zag 'k daar lonken Venus' heerlijkheid. In "De vulgari Eloquio" zegt Dante: "Zij die het zoetst en schoonst gedicht hebben in het nieuwe Italië zijn Cino da Pistoia en een vriend van hem." Aan Dante over den dood van Beatrice.

Al wat rein, al wat onschuldig is, smelt in dien hemelschen, gevaarlijken blik samen, welke, meer dan de listigste lonken der coquetten, de toovermacht heeft plotseling in een ziel die donkere, giftige en geurige bloem te doen ontluiken, welke de liefde wordt genoemd.

Toen Lamme zijne bekomst had, blies hij lijk een walvisch van genoegen; en hij keek rondom zich op de tafel om te zien of er niets meer te peuzelen viel. En zorgvuldig snoepte hij de brokken der krakelingen. Hij noch Uilenspiegel hadden het lieve gezichtje gezien, dat in het binnenhof, glimlachend voor de ruiten kwam lonken.

Door den rook der sigaren en 't geronksel van die vlugge babbelingen was Albien thoopegezakt en in slaap geraakt. Hij schoot altemets wakker, sluimerde seffens weer weg, en zijn hoofd bijsde ommentweere, zijn bolle glanzende hoofd. Bella? vroeg Sebastiaan. Wel ja, herinner u ... ze zat lijk een katte te lonken.... Ik weet niet.... Ze ging voort.

Hoe dikwijls heb ik haar een bloem geschonken, En werd met bloemen dan beloond of lonken, Die ze om mijn handen en mijn harte wond: Die bloemen, liefdegeurend na het sterven, Die, met het leven, geur en kleuren derven, Herleefden, dood, maar als vergeet-mij-nieten Wat zal ik nog blonde bloemen plukken? Mag ik ze niet meer op haar boezem drukken, Zoo mogen ze ongetinte vruchten schieten!

Bruno zeide: Ja, laat mij maar gaan. Toen het uur van het avondmaal kwam en zij het werk hadden neergelegd, naar de binnenplaats afdaalden en Filippo en Niccolosa daar waren, bleven zij daar eenigen tijd. Daar begon Calandrino Niccolosa te beschouwen en haar zoo verstaanbare lonken toe te werpen, dat een blinde het moest merken.

Wel bleven zij, door den grimmigen leno gedrild, dringen in de deur maar er ging niemand voorbij om tegen te lonken. Het regende, het regende door. De taveerne van Nilus, den Egyptenaar zoo bijgenaamd, omdat hij toch van den Nijl kwam, over het huis van Taurus, was vol.

Jan De Bruin Zat in den tuin, Hij had geen paard of ploeg, En toch bouwde hij land genoeg. Daar is een ding Dat pinkt Dat knipt en winkt En lacht en vinkt ... 'k Zou alzoo wel willen pinken, Knippen en winken Lonken en vinken, Gelijk dat ding Dat pinkt En knipt en winkt En lonkt en vinkt.

Onder den invloed van den drank dien hij dronk, van de wulpsche muziek die hij hoorde, van de blikken en de lonken dier vrouw, begon eene brandende drift zich van hem meester te maken half begeerte, half wraakzucht. Het scheen hem dat hij zich aan Mary wreken zou, door naar zijn welgevallen te doen met dit haar vernederd evenbeeld.

De krekel sjirpt van weelderig verlangen, En de echo van het puin, die ’t antwoord bauwt, Noodt den geliefde met die schrille zangen, Die aanzweeft op een wiek van rossig goud: En waar, voor eeuwen, ridderzangen klonken, Staart de star der liefde ’t zwijgen aan, En droevig zendt ze uit schemerblauw heur lonken: En weemoed fluistert zacht door de espenblaân.... De zwerver treurt, in mijmerij verzonken, Dat het verleden is voorbijgegaan....

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek