Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 mei 2025


Want de adulescens, ijdel op zijn jonge-rolgezicht, dat hij maar zelden achter een masker verborg, ging prat op de gunst der vrouwen en maakte er bijverdienste uit, in de hoop zich los te koopen. Neen, zei de adulescens goedig, ijdel lonkende tot Fabulla, wie het lonken wel vermaakte, maar wier arm bleef om den kolom-nek van den jongen reus.

Hij zag duidelijk op den bodem zijner onverbiddelijke herinnering, den onbekenden zwerver van het Luxembourg, dien ellendigen jager op minnarijen, dien romantischen lediglooper, dien dwaas, dien laaghartige, want 't is een laaghartigheid meisjes toe te lonken, terwijl haar vader, die haar bemint, naast haar zit.

Romans, daar had Doortje zelfs niet van hooren spreken; in één woord: hare gelaatskleur mocht door de zon ook al gebruind, hare zwarte haren mochten eenigszins gerost en hare handen door den huis- en veld-arbeid wat ruw zijn, Doortje was een frissche boerenmeid; prettig van voorkomen, opgeruimd van humeur, gezond van harte dat ondervonden hare tafelgenooten en ook gezond van ziel, ofschoon zij dit moet gezegd worden wel eens wat al te druk met de jongens kon stoeien; maar stoeien is toch beter dan lonken en smachten, en lonken en smachten, daarvan, neen daarvan had Doortje niet het minste verstand.

Frisscher geen dauwdrup, Slanker geen ree, Blanker geen parel. Diepst uit de zee. Goud zijn uw tressen, Glans is uw oog, Stralend als Venus Mild van omhoog. Rozen uw lippen, Leliën uw hals, Golven uw boezem, Zwoegend en malsch. Jaagt mij uw aanblik Vuur door het bloed, Steekt mij uw lonken Laai in een gloed Ziedend verlangen! Zalige pijn! Jonkvrouw, erbarm u! Mary, wees mijn!

Zij had reeds veel te dikwijls bij den toog van het schoenenmagazijn gezien, hoe de verfranschte jonkheid met lossen zwier hare vriendin liefkoosde, en hoe zij, met lonken en pinken, daarop wist te antwoorden /in de schoone en lieftallige Fransche taal/. Onnoozel nog, en niet wetende wat vuile wulpschheid onder zulke geveinsde liefdewoorden verborgen ligt, werd zij meer dan eens rood van schaamte, wanneer de eene of andere windmaker haar in gebroken Fransch aansprak en dat zij niet als hare vriendin kon antwoorden.

Mathilde! ik zie u weder, vreugde-dronken: Gevoelend, dat geen scheiding ons kan scheiden, Groei ik in uw geluk, meer dan gij beiden. Gij zijt de mijne: uw lach, uw liefde, uw lonken, Uw schoonheid blijft hierbinnen glanzen spreiden, Waar ge, als de zon in zee, in zijt verzonken!

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek