Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


Brashear is eene kolonie van negers, en een van de bolwerken der zwarte Ligue. Met uitzondering van een twaalftal beambten bij de verschillende stoombootdiensten en spoorwegen, zijn er geen blanken in Brashear te vinden. Op den drempel van elke woning staat een neger; in elke goot stoeien zwarte kinderen.

Hij zag hen dan ook maar zeer zelden, want er gingen dikwijls vele weken voorbij, zonder dat hij bij ons kwam. Op andere tijden daarentegen kwam hij iederen dag eenvoudig gekleed in zijn draagstoel naar onzen tuin, en van deze bezoeken wist niemand behalve de arts Olympus. Dan zag ik den grooten forschen man met zijn rood gezicht met de kinderen stoeien als een arbeider, die van zijn werk komt.

Justus ging voortaan van zijn kamertje naar de school, en van de school naar zijn kamertje, waar hij blokte voor zijn examen. De twee zagen elkaar dus weinig meer; en het samen lezen, het samen wandelen, het samen droomen 't was uit er mee! Uit als met het schuitjevaren en het stoeien in het groen: uit als met de lieve, onnadenkende vertrouwelijkheid!

Jegens den mensch toont hij zich steeds voorzichtig; schuw is hij echter alleen dan, als hij reeds vervolgingen te verduren heeft gehad. Met andere vogels leeft hij in vrede, maar toont eenigzins neiging om met hen te stoeien.

Zeer jong gevangen IJsberen kunnen getemd en ook eenigszins afgericht worden. Zij laten toe, dat hun meester hen in hun hok bezoekt; ook stoeien zij wel met hem; de gevangenschap bevalt hun echter volstrekt niet.

Te kunnen spelen en stoeien met de kinderen; alles mooi en netjes in huis te kunnen hebben, alles net zooals Torwald het graag heeft! En dan wordt het gauw weer lente en de lucht heelemaal blauw. Misschien gaan wij dan wel een reisje maken ... mogelijk wel naar de zee, die ik zoo graag nog eens terugzien wou! O ja, ja, het is toch maar verrukkelijk om te leven en gelukkig te zijn!

We zijn nauwelijks aangekomen of ons vijftal is in frisch buiten-ornaat aan het stoeien. Levendige Nan niet het minst. "Pats," daar ligt ze in den eenigen modderplas, dien er te bespeuren valt. Een verstopt gootje, zijwaarts het huis, had haar dat onheilsplekje bezorgd. "Dat kan ik nu toch heusch niet helpen," jammert ze, angstwekkend.

Wie kan het haar euvel duiden wanneer zij die liever ten vure doemt dan ze den vijand na te laten? »De tuin, waarin gij zijt opgegroeid Barine, is thans het tooneel der vroolijke werkzaamheid van de tweelingen en van Alexander. Daar stoeien zij, bouwen en graven, onder de leiding van mijn broeder. Het is een allerliefst, rijkbegaafd klaverblad.

De moeder laat hem dan vrij in zijne bewegingen, en laat hem stoeien met de andere apen van zijne soort, maar geen oogenblik verliest zij hem uit het oog; zij volgt al zijne schreden, houdt het toezicht over zijne handelingen en staat hem alleen datgene toe, wat hem niet kan schaden.

De tijd van zijn verliefdheid op Betsy.... vier, vijf jaar geleden nu,.... die jonge tijd van lachen en stoeien en van zingen, uit volle borst, onbegrepen liefdeliederen, kwam door zijn hersenen varen als een van ver aanstrijkende lenteluwte. "Hij heeft gelijk," zei hij ernstig, "'t is een goed meisje...."

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek