Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 oktober 2025


Wij schoolden, terzij van 't huis, op de stoep samen, kropen dicht bijeen, en huiverden van genot. »Wat zijn de jongens stil," zei Moeder dan, gewoon aan ons altijddurend hollen en schreeuwen en stoeien. Geen wonder. Wie zou een kik gegeven of beweging gemaakt hebben, bij het somber rondgaande: »Wie heeft er mijn beentje," of het huiveringwekkende: »Slof, slof!"

En zulk een kudde van grazende of herkauwende schapen geeft u het toonbeeld van rust en aanhankelijkheid en ernst in het gemoed. Maar heel anders is het met de kudde geiten en bokken. Die springen en stoeien en spelen eindeloos. Ze steigeren op de achterpooten, en hebben er lust in, om met de hoornen te stooten.

Hij is niet veeleischend, zeer schrander, buitengewoon leerzaam, vroolijk, opgeruimd, tot spelen en stoeien geneigd, leert wijsjes nafluiten en woorden naspreken, sluit een innige vriendschap met zijn verzorger, kan bijna een menschenleeftijd lang in de kooi blijven leven en vereenigt zoo vele goede eigenschappen in zich als nagenoeg geen andere kamervogel van dergelijk slag.

Het geheele gezin komt nu bijeen: de vrouw, ernstig en droefgeestig van voorkomen, even als alle servische moeders, oud vóór haar tijd, en wie het moeite schijnt te kosten te glimlachen; de dochter, beschroomd, teruggetrokken, maar bevallig; de zoons, wilde knapen, die blijkbaar den baas spelen en met den vader stoeien.

Blozend rees Enide overeind en toen hij zijn kus wilde herhalen, en zij hem lachend afweerde werd het een vroolijk spel van stoeien en kozen tusschen de geurende bloemen en struiken. Onder scherts en gelach werd de reis voortgezet en tegen den avond bereikten de beiden den burcht te Cardigan.

De herder vloekt en scheldt, slaat met zijn staf en gooit met keien, maar het helpt niets; de overladen grappenmakers gaan een eind verder weer aan 't buitelen en aan 't stoeien, stuwen de kudde als onder een windhoos door elkaar, dringen ze op de auto, doen ze vluchten over de vlakte, brengen een gedeelte ervan op hol. Dat duurt minuten lang, in onbeschrijfelijke wanorde.

'k Zag mij liever nog herschapen In den balsem, lieve maagd! Die er op uw vlechten druppelt, En u door zijn geur behaagt; In de paarlen, die er dartlen, Stoeien langs uw' elpen hals, Of in d'overkostbren gordel Van uw golvend boezemmalsch! Maar het liefste, dierbre schoone, Als mijn hart zijn wensch bezat, In uw schoentje, opdat gedurig Mij uw kleine voet betrad."

Nadat ze dan het raam en de voordeur had gesloten en buiten trad, werd het tusschen hen een stoeien in aanval en afweren over 't grasveld tot aan de heg, waar, eenmaal op den weg bij de open velden gekomen, hij uitbundig-blaffend vooruitstoof, in zijn vreugdevaart een zwerm vogels verschrikkend, die klapwiekend opvlogen uit de versche voren van een voor 't winterkoren omgeploegden akker.

Hij kwam niet langer met honderd vragen, begeerde ook niet meer, dat ze met hem stoeien of damspelen zou; en bovendien had zij het gevoel van onzekerheid tegenover hem nog niet overwonnen, zoodat ze hem misschien een beetje minder vrij en vroolijk tegemoet kwam.

Hij bezocht de donna zeer dikwijls zonder dat het hem iets kostte en daar hij telkens meer ontbrandde, kwam hij er toe zijn lakens contant te verkoopen met een goede winst, wat de donna van anderen vernam. Toen Salabaetto op een avond bij haar gekomen was, begon zij met hem te stoeien, te omhelzen en te kussen en deed zich zoo verliefd voor, of zij van liefde zou sterven.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek