United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


De eene was een letterkundige en katholieke pamflet-schrijver, die zich als een vurig werktuig van God aanzag. Hij heette Lieven Lazare. De andere was een bleeke lang-opgeschoten kerel, met diepe doode oogen, een breede hand en sproeten op zijne vingeren. Hij was tapper in de Old Curiosity Shop, een nachtkroeg naar de mode. Zijn eenige naam was Anatole.

Lieven Lazare kwam hem opzoeken, sprak hem van de goddelijke inzichten, die hem hadden tot een vod van schande gemaakt. "God heeft mij den weg gewezen naar uw sponde, Johan" zei hij. "Ik heb gevoeld dat ik u vinden zou in onzeggelijke vertwijfeling en daar ligt ge nu een wrak van zielloos vleesch op de baren van uw opgebiechte zinnelijkheid.

De avond kleurde hard-blauw in de veranda en ik herinner me goed, dat de kandelaar, die altijd daar op den hoek van mijn schrijftafel staat, dien avond op uitstekende wijze te glimmen stond. Ik heb Lazare zien huilen als een wild dier. Hij stiet met zijne vuisten tegen zijn kalen kop, hijgde en jamerde, en de druppels vielen gelijk rappe perels langs de plooien van zijn grijze overjas.

Lieven Lazare had den gladden rand van zijn koffietas met zijn duim geraakt, toen er op de deur van het zolderkamertje geklopt werd. Eer hij zich omkeerde, had Simon Peter reeds de klink gedraaid en stond hij, goedig-glimlachend, in de zwarte deurgaping. Nu, ouwe kerel! Ze drukten malkander stevig de hand en Simon legde zijn strooien hoed op de tafel neder.

Hij ondervroeg hem daaromtrent. Johan lachte even, schuw en angstig, sprak niet, kuchte en speekte. Op een morgen besloot Lazare zijn vriend eens forsig aan te pakken en kost wat kost van hem te vernemen wat hem zoo zwaar op het hart lag. Hij verliet de kamers, die hij voor een tijdje in de Broekstraat bewoonde, en begaf zich naar de Papenvest.

Ik bevond mij aan hare zijde en greep hare hand. "Gij hebt mij lief, niet waar?" "Ik! wie heeft u dat gezegd?" "Mijn oom Lazare". Zij bleef verslagen staan. Hare hand begon in de mijne te beven. Ziende dat zij weg wilde loopen, vatte ik ook hare andere hand.

Zij is het die hun leert hoe zij jonge meisjes moeten laten drinken......" Ik boog opnieuw het hoofd. Het leed geen twijfel meer of oom Lazare had mij gezien. "Een oude man zooals ik", ging hij voort: "weet ongelukkig wat hij van de bekoorlijkheden der lente, moet denken.

Sedert Jacques Francine kent, is hij vreeselijk veranderd." "Zij heeft hem gelukkig gemaakt," merkte een derde op. "Gelukkig?" antwoordde Lazare; "wat noem je gelukkig? Hoe kunt ge een hartstocht, die iemand brengt in een toestand, waarin Jacques thans verkeert, geluk noemen?

Laat ons bidden, sprak Pastoor Doening. Vere! fluisterde Ernest. Maar Simon had hem omarmd en dreef hem achterwaarts. Toen schreeuwde hij: Vere! Vere! Vere! De dokter neigde over het bed, bleef daar een poos, wendde zich om. Hij knikte: Ja. Lieven Lazare barstte uit in luide snikken en du Bessy jammerde aldoor: Ernest, jongen! .... Ernest, mijn goede jongen! .... Toe! .... Toe! .... Ernest! ....

Wij bedwongen onze tranen, dien heiligen dood niet willende bederven. Babet bad fluisterend. Het kind slaakte nog altijd zachte kreten. In den droom van zijn zieltogen ving oom Lazare die kreten op. Hij poogde zich tot Babet te keeren, en zeide met een laatsten glimlach: "Ik heb het kind gezien, ik sterf heel tevreden".