Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 mei 2025


Het oordeel over zijn bestuur verschilt naarmate van de politieke partij, waartoe de beoordeelaar behoort. Zijne vrienden beweeren dat hij de orde handhaafde en den handel aanmoedigde; terwijl zijne tegenstanders, naar amerikaansche wijze, hem een schurk, een dief, een lafaard en een moordenaar noemen.

Hij zou tegelijkertijd een verrader aan de liefde en aan de vriendschap zijn! Zijn lafhartigheid onder het voorwendsel van vaderlandsliefde verbergen! Dat was onmogelijk, en zoo de schim van zijn vader daar in die duisternis was en hem zag terugdeinzen, zou hij hem met het plat zijns degens slaan en hem toeroepen: "Voorwaarts, lafaard!"

Wijt dit niet altijd aan een zwak karakter; er kunnen omstandigheden in 't leven komen, die zelfs een held oogenschijnlijk tot lafaard maken: Veroordeel, niet, hoe laaghartig, laf, een daad ook schijne, voor gij de drijfveeren daartoe weet. Ik heb zoovéél ondervonden, in deze laatste dagen. Welk een emoties hebben mijn gemoed beroerd.

Ik begreep, dat ik het ergste had te duchten, en bereidde mij er op voor. Met een verachtelijk stilzwijgen beantwoordde ik den lafaard zijne gemeene, lage scheldwoorden en uittartingen. De ellendeling sloeg en spuwde mij in het aangezicht, en liet mij daarna onder groot gejuich der soldaten, onder welke hij zijn geld mildelijk uitstrooide, de tanden uit den mond slaan.

Zie eens naar den ridder met het wapenschild, schoone Rebekka, en zeg mij, hoe hij zich gedraagt; want zooals de aanvoerder is, zoo zullen zijn lieden zijn." "Ik zie hem niet," antwoordde Rebekka. "O die lafaard!" riep Ivanhoe, "wijkt hij van het roer, als de wind het hevigst waait?"

"Gij krijgt immers voldoening door op meneer Rustig te mogen schieten, wat wilt ge nog meer?" antwoordde de konstabel. "Maar ik protesteer tegen het schieten van meneer Biggs op mij." "Zoo, wou je soms wel een schot lossen maar er geen ontvangen?" snauwde Gascoigne hem toe, "je bent een vervloekte lafaard en moest eigenlijk weer in de kuiperij gesmeten worden."

Mijn oom Herse was geen lafaard; hij was niet bang; hij beschouwde dit als zijn grootsten eeredag, en alsof hij 's nachts, na den regen, nog twee duim was opgeschoten, ging hij met opgerichten hoofde de Brandenburgsche straat langs, en groette rechts en links, joden en christenen.

Hij blikte in stilte ten gronde en scheen diep neerslachtig; doch bijna onmiddellijk hief hij het hoofd weder op en morde met treurig ongeduld: "Ach, wat geschiedt mij? Is alle gemoedskracht mij ontvallen? Vergeet ik dat Kerlingaland, dat de vrijheid van mijn geslacht dit offer van mij vergt? Weg, weg, die aarzeling! De plicht is de opperste wet. Zal ik tot eenen lafaard ontaarden?

"Lafaard!" riep ik. "Wie ge ook zijn moogt, ge zult mij eerst het leven moeten benemen, voor ge mij van mijn eer kunt berooven." De vreemdeling trok ook zijn degen en verdedigde zich als iemand, die al spoedig de wapens beter machtig bleek dan ik trouwens ik had slechts eenige schermlessen ontvangen te Cordova.

Dat is zo, ik heb een slecht schot gedaan, want in plaats van de leeuw de kogel voor de kop te geven, heb ik net zijn bek gebroken; maar dat was niet van bangheid, dat was de schuld van mijn ogen; ze zijn niet meer zo goed als vroeger, toen oubaas nog niet boe of ba kon zeggen." »Dat is zo, Galant, ik maakte maar een grap met jou. Niemand weet beter dan ik, dat je geen lafaard bent."

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek