Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Segher Wulf behoefde al zijne gemoedskracht om niet in woede los te barsten; de gedachte dat de graaf alle oogenblikken kon verschijnen, weerhield hem evenwel. "De Kerels zijn altijd dienstbare lieden geweest!" riep Ghyselbrecht, "onvrijen, dorpers, slaven, en zij zijn het nog! Het moge den Erembalds niet behagen, dat deze waarheid worde verkondigd.
Nu liep er koude door zijne aderen, wanneer hij in de verbeelding haar helder oog op zich gevestigd zag! En hij gevoelde geenen haat voor haar; niets dan een onuitlegbaar gevoel van vrees, eenen ziekelijken schrik ... Maar het mocht daarbinnen in zijn hart gaan zooals het kon, hij moest toch uit dezen strijd opstaan met de noodige gemoedskracht om zijnen plicht te volbrengen ...
Terwijl mijne kameraden zich buiten de kazerne vermaakten en den avond in vreugde doorbrachten, hield ik mij dus bezig met mijn eigen hart te verknagen en mij de gemoedskracht te ontnemen, die er noodig was om niet onder het verdriet te bezwijken.... Ik leed aan de schrikkelijke en meest altijd doodelijke kwaal, die men landziekte of heimwee noemt...
Jonkver Van Woumen bleef eene korte wijl stilzwijgend, als raapte zij hare stoutheid of hare gemoedskracht te zamen tot het uitvoeren van een gewichtig besluit. "Neen, beweer niet, heer, dat gij u oprecht jegens mij gedraagt", zeide zij. "Hoe? gij laat mij gelooven dat ik uwe genegenheid geheel zal bezitten? Ik aanvaard uwe hand. Ah, dit zou men geene valschheid moge noemen?
Wat haar dus ontroerde, was de vroegtijdige gemoedskracht en de schier mannelijke wil, dien zij in haren zoon meende te ontdekken. Wat droomde zij bij den liefderijken kus? Zij wist het niet, en evenwel dankte zij God uit den grond des harten.
Hij blikte in stilte ten gronde en scheen diep neerslachtig; doch bijna onmiddellijk hief hij het hoofd weder op en morde met treurig ongeduld: "Ach, wat geschiedt mij? Is alle gemoedskracht mij ontvallen? Vergeet ik dat Kerlingaland, dat de vrijheid van mijn geslacht dit offer van mij vergt? Weg, weg, die aarzeling! De plicht is de opperste wet. Zal ik tot eenen lafaard ontaarden?
Maar het geviel tevens dat zij, haastig met haren vader sprekende, meer nadruk aan haar woord wilde geven, en dan ontschoot aan dit helder oog eene vonk van gemoedskracht die de omstanders met verwondering trof en deed denken dat in dit zoete maagdelijk wezen eene sterke ziel moest wonen. Zelfs murmelde op dit oogenblik eene oude burgersvrouw schier onhoorbaar: "Ho, de lieve jonkvrouw!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek