Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 oktober 2025
Laas! zegde zij, spreek daarvan aan anderen niet. Maar gij zult hem niet zien. Ik zal hem spreken, zei Uilenspiegel. Als gij dát kunt, betaal ik U honderd florijnen. Ik heb ze gewonnen! sprak Uilenspiegel. Hoewel zijne beenen vermoeid waren, doorliep hij 's anderen daags de stad en vernam hij, dat de paus dien dag de misse zou lezen in de kerk van San Giovanni in Laterano.
Uilenspiegel antwoordde: Ik kom van Rome, alwaar ik den hond van den Paus van eene verkoudheid genas, die hem grootelijks hinderde. Hebt gij den Paus gezien? vroeg zij, een glas bier tappend. Laas! zei Uilenspiegel, het glas ledigend, het is mij alleen toegestaan geweest zijn heilige voeten en zijn doorluchtige muilen te kussen. De oude hond van de bazinne kuchte, doch spuwde niet.
Laas! mijn arme broeder Michielken en Pieter de Roose zaten op een avond, doch niet aan dezelfde tafel, in de taveerne den Valk, alwaar Pieter de Roose door een iegelijk geschuwd werd als de pest. ... Mijn broeder, die met hem in dezelfde zaal niet wilde vertoeven, schold hem uit voor vuilbaard en beval hem onmiddellijk zijne biezen te pakken.
Om zulk een groote genade te verkrijgen, moet men, zonder spreken, achterweerts loopen en dansen van den twintigsten stap voorbij zijn huis tot aan de trappen der kerk. Laas! nu moet ik geheel opnieuw beginnen. Uilenspiegel, die zijn stok opgeraapt had, sprak: Ik zal u helpen, deugniet, die Onze-Lieve-Vrouwe wilt smeeken om de kinderen vóór hun geboorte te vermoorden.
Onderwege hief hij de oogen op; hij zag Klaas, zijn vader, in glorie naast God in den hemel, in denwelken de heldere maan glom, en vervolgens zag hij naar de zee en de wolken, en hoorde hij den loeienden wind, die uit Engeland blies. Laas! sprak hij, zwarte wolken, die voorbijrennen in het nachtelijk duister, weest als de Wrake die den Moord achternazet.
Uilenspiegel kromde zijnen rug en zuchtte, terwijl hij er aan voelde: Genade, doorluchtige heilige, 't Is de kastijding. Tusschen mijne schouderen voel ik een geweldige pijn. Laas! ai! Vergiffenis, mijnheer Sint-Remaclus, Ga voort, pelgrim, en laat mij hier, als een vadermoorder, in alleenigheid weenen met mijn berouwhebbend herte.
Toen deze hem zag, vroeg hij: Heer deken, wat wilt gij van mij, nieteling? Ik wil niets dan uw goed, antwoordde de dienaar des Heeren. Laas, zuchtte Uilenspiegel, bediedt gij dát goed, dat daar ligt op de tafel? Ja, mijn zoon, antwoordde de deken. Vervolgens de hand uitstekend, ruimde hij al het geld van de tafel, en liet hij het vallen in eenen zak, dien hij daarvoor opzettelijk meegebracht had.
Als ze God liever ziet dan heuren man, waarom komt ze dan liefelijk en streelend onder mijne oogen? En als zij mij bemint, waarom verlaat ze mij steeds? Ziet men klaar in de donkere putten? vroeg Uilenspiegel! Laas! zuchtte Lamme, ik zal het besterven! En bleek en droefgeestig bleef hij zitten op het dek. Intusschen rukten de lieden van Simon Bol aan, met een machtig geschut.
Uilenspiegel, Lamme en Nele hadden den dos van de Duitsche soldaten aangetrokken, die met hen, ten getale van zeshonderd, opgesloten waren in het Augustijnerklooster. Vandaag zullen wij sterven, zei Uilenspiegel stille tot Lamme. En aan zijne borst drukte hij het liefelijke lichaam van Nele, die huiverde van schrik. Laas! mijne vrouw, nimmermeer zal ik ze zien, zeide Lamme.
Hij beet er het laatste vleesch af, gaf toen het been aan den hond, die er zijn pooten op stelde en het trachtte te kraken. Toen keek de man naar Uilenspiegel. Deze herkende Lamme Goedzak, van Damme. Lamme, vroeg hij, waarom zit gij hier te eten, te drinken en te jammeren? Heeft een soldaat u misschien eene schudding gegeven? Laas! mijne vrouw! sprak Lamme.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek