Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Háár vrienden had ze altijd geheel als zichzelf vertrouwd, en toen Eddy dien middag in het laantje had gezegd: "Ja, zoo zijn we, wij, studenten; zoo zijn we haast allemaal", had ze wél de pijn gevoeld, dat hij ook wel 's iets kwaads gedaan zou hebben, 's lief gedaan tegen 'n meisje; maar nú toch zeker nooit meer, nu hij háár kende.
"zeide Suzanna, haar onder den arm nemende: "wij zullen ruim den tijd hebben, de plaats rond te gaan, eer Tante heeft afgedaan. Laat ons dit laantje ingaan: ik heb u heel veel te vertellen, en Ferdinand mag meeloopen, mits hij niet luistere."
"Daar is het niet genoeg voor, en het is ons bijna te veel," zei de derde. "Zij willen ons van Broeder Redwood afsnijden. De laatste maal toen ik naar hem toeging, waren de roode waarschuwingsborden al weer een mijl naar beide kanten verder gezet. De weg, die over de duinen naar hem toeleidt, is niet meer dan een nauw laantje." De spreker dacht na.
Een meter of tien verder, aan 't eind van een laantje, ligt het grijze steenen huis, half landhuis, half kasteel, plomp, grauw, massief, meer duitsch dan russisch. In den muur is het wapen der Orlow-Dawidows uitgehouwen. Bij het binnenkomen staat men verbaasd over de kolossale afmetingen van gangen en kamers.
Bernard had mevrouw Tadingh weten over te halen om eens, bij wijze van proef, zoo'n Zondag te gaan doorbrengen bij een paar oude-jonge-juffrouwen, die aan 't zelfde laantje woonden, een paar gedistingeerd-vriendelijke, deftig-sekure dametjes van tusschen de veertig en vijftig, die op een goeden middag, na veel lieve hoofdknikken, waren komen kennis maken met die sympathieke oude dame, met wier toestand ze zoo oprecht en innig waren begaan.
Bange wezels zeggen dat je 't Duivelsche Laantje aan gene zij van De Zonsberg niet met geld moet doorgaan. Ik maal d'r wat om! Met vijfdehalf duizend gulden in m'n zak, loop ik net zoo gerust als dokter 't doet met z'n receptenboek." Dokter Helmond voelt het hart kloppen tegen dat receptenboek. In dienzelfden zak zat nog iets anders.
Op zekeren Zondag, tegen het uur dat de sterren en de vledermuizen en de hartstochten van het leven op het land te voorschijn komen, bevond zich toevallig een jong paartje dat "mekaar een beetje kuste", in het "Minnaarslaantje", een laantje met breede heggen, dat achterom loopt naar de Upper Lodge.
"Omdat ik, onder meer, één buitengewoon modderig laantje voor mijn oogen zie." "Vreemd toch!" zei Marianne tot zichzelf, onder 't voortwandelen. "Heb je aardige buren hier? Zijn de Middleton's prettige menschen?" "Neen, volstrekt niet," zei Marianne; "we hadden 't niet ongelukkiger kunnen treffen." "Maar, Marianne," riep haar zuster; "hoe kan je dat zeggen? Hoe kan je zoo onrechtvaardig zijn?
Door dit lommerrijke laantje en aan het eind een zandweg overstekend, komt men aan het "Eeuwige laantje", dat onder dichte schaduw in rechte lijn tot in 't hart van het Mastbosch voert en op onderscheidene plaatsen het bosch in zijn volle pracht te aanschouwen geeft.
't Viel hem op zoo stil, zoo vredigend stil als 't was.... Hij dacht even aan de schreeuwerige beurs-drukte daarnet nog. En hij glimlachte stil-weemoedig, soezerig starend langs 't laantje. Hij dacht er zoo min mogelijk aan, wat hij zeggen zou straks.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek