United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een brief voor mevrouw. Ja, dat is van hem. Jij krijgt hem niet; ik zal hem zelf lezen. NORA. Lees jij maar. Ik heb er haast geen moed toe. Misschien zijn we wel verloren, jij en ik allebei. Nora! HELMER. Nora!... Neen, ik moet het nog eens overlezen.... Ja, ja ... het is zoo. We zijn gered! Nora, ik ben gered! NORA. En ik? HELMER. Jij ook, natuurlijk; we zijn allebei gered. Kijk maar.

»Dat is zoo mijnheerantwoordde de oude dame. »De oogen van de meeste menschen worden er niet beter op mijnheer, als ze zoo oud zijn als ik.« »Dat kan ik je ook wel zeggenviel Mr. Brownlow in, »maar zet je bril op en kijk eens of je niet ontdekken kunt, waarom wij je hier lieten komenDe oude dame begon in haar zak te rommelen naar haar bril.

Het duurde lang, eer hij daar iets op gevonden had, en toen hij wist, hoe het worden moest, kon hij het onmogelijk zonder hulp van een smid uitvoeren. Hij ging daarom met zijn wagen naar Piet van Dril, den smid, en legde hem uit, wat er gedaan moest worden. "Kijk, Van Dril," zei hij, "zooals het nu is, is het niet goed. De as van mijn wagen deugt er niet voor.

't Was spoedig bereikt; Ep maakte het schuitje aan den walkant vast en bracht Willem in het woonvertrek, waar hij allerhartelijkst door de vrouw van den visscher werd ontvangen. »Komaan, ga dáár nu eens zitten!" zei ze, een stoel van den wand bij de tafel plaatsend. »En kijk, dat zal er wel ingaan, denk ik!" Meteen zette zij een bord vol dampende karnemelksche pap voor hem neer.

Eén van de kinderen uit 't arme gezin nam ze één voor één in de hand, ze streelende en mooi vindende met hun satijnglans. Terwijl hij ze bekeek, ontdekte hij tusschen de zwarte sprieten die het rood dooraderden, op een der blaadjes, het zwarte kruis. Kijk eens moeder! zei hij: een zwart kruiske in dit blaaike....

Rodolphe fluisterde Mimi iets in het oor en drukte haar zacht de hand. "Kijk eens hoe het regent!" zeide hij, terwijl hij haar opmerkzaam maakte op het onweer, dat juist losgebarsten was.

Hij heeft een molensteen rond gedraaid, zei de eerste weêr. Kijk, de sporen van het lamoen.... En van den draaiboom.... En zij onderzochten mij met aandacht. Ik vond hen drie knappe wondermeesters, die dadelijk veel hadden geraden, al rieden zij niet, dat ik een mensch was, betooverd door een harpij. Gewillig gaf ik mij aan hun zorgen en wetenschap over.

Ik kijk op en zie op een balkon Carmen, steunend op haar elleboog, naast een officier in het rood, met gouden epauletten, krullend haar en het voorkomen van een rijken milord. Wat haar aangaat, zij was schitterend gekleed, een sjaal over de schouders, een gouden kam in het haar, heelemaal in zijde en, altijd dezelfde, lachte de dame dat zij zich de zijden vasthield.

"Wees blij, dat ik mee wil doen, jij die 't zoo graag speelt," zei Bernard. "Waarom," vroeg André, "als je 't liever niet doet, kijk dan toe, dan speel ik alleen met Edward; die houd er ook wel van,.... ?.... zeg?...." "Jawel," zei Edward kalmpjes, "ik mag 't wel." "Och zanik niet," bromde Bernard, "je zult zien, dat ik 't nog win ten slotte." Toevallig was 't zoo, hij won 't eerste rondje.

Hij nam een kruidnagel met zijn duim en zijn wijsvinger en hief dien omhooge, profijtelijk: 'n Volle mate voor vijf centen!... Kijk nu toe! Zoo donker als de nacht en zoo sappig als de lente! Ge moogt kijken, madameken, en betasten ook... Alla-alla-de! een dozijn groffels voor 'n jong huishouden.... Goedele bloosde, en Ameye moest den dwerg afwijzen met een strengen blik.