Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


»Dus dit spoor loopt in de richting van dien weg?" »Als het zoo blijft loopen, voert het naar het groote ravijn." »'t Is genoeg." Kees verzamelde de Kenjaoe's om zich heen en zei: »Ik heb reden, aan te nemen, dat de Maleier naar den geheimen weg is gevlucht, om door het land der Kenjaoe's te ontsnappen. We zullen hem volgen, te meer, daar wij toch ook dien kant uit moeten."

Toch maar een »afgescheidene". En nu wil ik meteen vertellen, hoe het met mijn prijs verging. Daar was een jongen en die heette Kees. Zijn vader was timmermansbaas, en hij woonde daar en daar. Kees las zoo graag en daarom kreeg hij eens mijn prijs ter leen. Maar Kees gaf hem nooit terug. Telkens als ik vroeg, ontving ik een ontwijkend antwoord.

De goede God zegen je, jongen!" riep hij eindelijk en gaf den knaap op elke wang een kus. De zeelui waren de een na den ander naar beneden gekomen, doch Huib zag het niet. Eindelijk sloeg hij de oogen op en riep: "Ja, Jaantje, een meisken ben je vast, en jij daar, Gerrit Leinsz, dit is nou mijn Jonge Kees, en nou de jonge den ouwen weer opzoekt, nou zal het weer gaan als een lier op een' Zondag!

Wat er na het maal zooal gesproken werd weet ik niet; maar dat weet ik wel dat Jonge Kees een half jaar later zijne Jaantje Lanoy als vrouw te Schevelingen had. Van zichzelve bracht zij mede: hare moeder en.... de mooie brieven. Huib had zichzelf meegebracht, was het altijd, als men hem vroeg hoe hij hier was komen wonen. En 't gaat onze luidjes goed; er is welvaart in huis.

"Welja," zeî Huib, "dat kunnen we wel doen! De handen in elkander! Zie zoo, dat is er zes. Zoo sterk als een ketting! Wie kan die verbreken? Geen mensch; want ik zeg: Houw en trouw in nood en dood! En wat zeg jij, jonge Kees?" "Houw en trouw in nood en dood!" klonk het ferm.

De oorzaak van dit wonderlijk naamsverschil deel ik mede kort en krachtig zooals ik die van Kees Sparling vernam: »Toen mijn grootvader m'n vader kwam aangeven, was de burgemeester ~in den olie~. Die schreef 'n a in plaats van 'n e". Van de afhaalkotter aan den Hoek van Holland: K. Ree, T. van Duyn, P. Jansen en Jac. B. Schoonbeek.

Bavink, Hoyer en Bekker hadden alle drie al zoo vaak naar 't oudheidkundig museum in Leiden gewild en nu zou 't er dan van komen. En Kees moest mee, die deed wat de anderen deden. In Leiden zou ik hen vinden. 't Was in December. Ik stond achter op de tram, heelemaal achter op. De tram reed maar door 't land en stond stil en reed weer, uren duurde 't, de landen lagen eindeloos.

Hij bemerkte wel, dat er, onder den indruk van dit nieuwe verhaal, groote verslagenheid heerschte. De mannen stonden in groepen bijeen en waren in druk gesprek. Eenige oogenblikken later besprak Kees de zaak met Marti. »Het is me onbegrijpelijk, hoe de Kenjaoe's zoo bevreesd kunnen zijn voor de Sibaoe's.

Daar boven in dat kastje in eene kous of in die oude pulle daar op het kabinet!" "Bewaren?" roept Huib, "neen, dat meen ik niet! Ik geef het jeluî om het te gebruiken!" "Jaantje, is dat die Huib Maerlant, die je aan boord zoo goed opgepast heeft, toen je dat schampschot aan je been gekregen hadt?" Jonge Kees sprong op!

"Laat menheer je afschaften; laat ie je op straat sturen; maar geen schippersknecht, as je tweeëntwintig jaar knecht bij een heerschap bent geweest." En met eenparigheid van stemmen werd besloten dat het niet gebeuren zou. Wat er gebeurde, mag Kees op zijn eigen manier vertellen, zoo als hij het meer dan eens gedaan heeft, met de hand aan de roerpen.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek