Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo mag het schijnen, antwoordde Siddha onbevangen, ik ken u niet, dat is waar; doch of ik uw naam en rang nu verneem of niet, is mij voor 't oogenblik onverschillig.

"Ja, laat hèm 't dan doen as jij 't niet ken, j

ENGSTRAND. Jakob Engstrand is om zoo te zeggen te vergelijken bij een reddenden engel, dominee! DOM. MANDERS. Neen, neen, dat kan ik toch waarlijk niet aannemen. ENGSTRAND. Och, dat moet u toch maar doen. Ik ken iemand die nòg eens de schuld van een ander op zich genomen heeft ... wat? DOM. MANDERS. Jakob! Je bent een zeldzaam mensch.

Ik ken er ieder hoekje van, en in ièder hoekje heb ik er schatten... En ik ben er zóo ontzaglijk rijk in schoonheid, als zelfs Pierpont Morgan of hij de Gioconda bezit of nièt bezit: dit laat ik in het midden nooit worden zal! Maar het Prado bezit ik niet.

"Och, gij maakt weer paskwillen," zeide mijn moeder, "maar al heeft Ferdinand nu niet veel, hij is toch niet geheel zonder vooruitzichten: en, zooals ik mijn schoonzusters ken, vlei ik mij, dat zij wel iets zullen bijbrengen, om hem in staat te stellen, zijn huishouding te beginnen." "Wel ja!" zeide Suzanna: "wat zou men niet voor zulk een lief neefje doen?

Hij hoorde een stem: "Mijn vrienden behoeven dat niet meer te zeggen. Ik ken ze al van ver. Ik weet ook, waarom je komt. Het wordt je tijd, om je op Jan te wreken. Hij zou nu spoedig met het meisje trouwen, wanneer wij het hem niet zouden beletten. Wacht nog één maand, en je zult hem zijn slagen betaald zetten! Heb je nog iets anders te wenschen?" "Neen."

Ik ken den pleizierigen draai van uwe gepeinzen. Zij zijn zooals de kermismolen en zij hebben een spel van blikkertjes en zilveren franjen, en al de paardjes dragen een flinke kleur. Daarom komen de kinderen errond staan, neem het mij niet kwalijk. Maar ik wilde u over mijnheer Lazare spreken. Gelooft gij niet met mij, dat het nu tijd wordt om den koppigen man met zijne dochter te verzoenen?

Bij de ziel van onzen vader bezweer ik u, straf mij niet met eene vrouw, die ik niet ken en niet mag kennen. Geef Roxane aan Zopyrus, die de vrouwen bemint, geef haar aan Darius of Bessus, beiden verwanten van Hydarnes. Ik kan haar niet beminnen, en gij zoudt mij dus slechts ongelukkig maken..."

Omdat ik me anders had verborgen en gewoon was geweest en dat ik dat tegenover u niet heb kunnen doen. Ik heb u al zoo veel van me gegeven in dit korte oogenblik als ik menschen, die ik jaren ken, in al die jaren niet gegeven heb. Daarom moet u zeker iemand apart zijn. Maar wat bedoelt u met "iemand apart"? Hij glimlachte, hij opende zijne oogen, ze zag hem er in, diep in.

"Mijnheer," antwoordde mij de kapitein, "er kan geen geheim bestaan tusschen menschen, die elkander niet meer verlaten moeten." Ik lette schijnbaar niet op dit gezegde en wachtte op het verhaal van den kapitein. "Het is de redeneering van een natuuronderzoeker, mijnheer de professor," zei hij, "die mij er toe gebracht heeft dezen doorgang te ontdekken, welken ik alleen ken.