United States or Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Voorzitter van den Raad, die over Columbus' plannen te beslissen had, was Don Fernando de Talavera, Prior van Prado. Hij was een zeer geleerd man, en had een edel karakter, doch het bleek al heel spoedig, dat hij met de plannen van den Genuees niet bijzonder ingenomen was.

Ik ken er ieder hoekje van, en in ièder hoekje heb ik er schatten... En ik ben er zóo ontzaglijk rijk in schoonheid, als zelfs Pierpont Morgan of hij de Gioconda bezit of nièt bezit: dit laat ik in het midden nooit worden zal! Maar het Prado bezit ik niet.

Zijn goed humeur had intusschen niet geleden door mijn weinigen eerbied voor zijn geschriften. Wij ledigden onze tweede flesch, waarna we in een aangename stemming van tafel opstonden, om wat in het Prado te gaan wandelen. Maar wij kwamen voorbij het huis van een koopman in likeuren en besloten daar binnen te gaan. Gewoonlijk vindt men op zulke plaatsen een goed gezelschap.

Hoewel ik niet zeer verliefd was op die al te toeschietelijke weduwe, liet ik haar weten, dat ik komen zou. Ik ging in het Prado wandelen tot het uur van onze samenkomst. Ik was nog niet op de plaats, toen een ruiter, die op een mooi paard reed, plotseling op den grond sprong, op mij toeliep en op korten toon zeide: "Mijnheer, zijt gij niet de zoon van baron von Steinbach?" "Ja," antwoordde ik.

Zeker, ik zoû u nòg meer kunnen vertellen, ik zoû silhouetjes van Spaansche steden als Cadiz in het Zuiden, als Zaragoza in het Noorden voor u kunnen doen rijzen; ik zoû u nòg meer van het Prado kunnen vertellen; ik zoû u van Goya kunnen vertellen en van den Monserrat bij Barcelona... maar... maar... het is reeds zoo lang geleden, dat ik daar was, het was in het voorjaar en nu, nu is het alweêr December, en een Münchner zomer is er tusschen geweest, en ik ben terug in Florence en het is reeds Kerstmis en Spanje, het is reeds zoo ver, zoo ver terug geweken...! Wat leven wij snel, snel, snel!

Het Prado bezocht ik tien of twaalf maal, en dat is maar toeristen-arbeid, dat is heelemaal niet genoeg om een muzeum eerste-klasse te naasten en zulk een schat bij uwe andere schatten te voegen. Dus, het Prado zal ik nóoit bezitten. En dat gevoel, het gevoel van een rijkaard, die nòg meer bezitten wil maakt mij wel eens wrevelig en nijdig. Maar "pazienza", als ze hier zeggen. De Hermitage in St.

Blij Spanje te hebben gezien, voel ik geen nostalgie naar Spanje en denk ik er niet weêr te keeren, al spijt het mij om het Prado. Ja, om het Prado spijt mij dat. Want, weet ge, de Romeinsche en Florentijnsche muzea, het Vaticaan en de Uffizi, die zijn van mij, die zijn mijn eigendom.

Aan zijn andere zij zat 's middags een vreemdeling, een schilder, die in 't museum van het Prado copieën maakte naar Velasquez; hij noemde dien zijn amigo en probeerde zijn weinigje Fransch aan hem te luchten. Vriend.

Een half uur later zat hij God weet hoe hij er kwam in den Prado voor een glas punch te praten met een grooten, jongen man, die beroemd was om zijn neus, welke er door een merkwaardig privilege van ter zijde snavelvormig en en face plat uitzag; een meesterneus, wien het niet aan geest ontbrak en die genoeg avonturen medegemaakt had, om in dergelijke gevallen goeden raad te kunnen geven en zijn vriend nuttig te zijn.