United States or Burkina Faso ? Vote for the TOP Country of the Week !


Je bent ook nog wel een beetje heiden want als wij aan tafel 's middags bidden, dan...." "Dat is ook geen bidden, jongejuffrouw." "Niet? Wat is dan bidden?" "Dat weet ik zelf niet recht." "Heb je dan nooit gebeden, wezenlijk gebeden?" "Ja, éénmaal."

Maar Amy had de scherpe opmerkingen niet vergeten van de jongejuffrouw Snow over "sommige menschen, wier neuzen niet te stomp waren om de dadels van anderen te ruiken, en verwaande menschen, die niet te trotsch waren er om te vragen," en zij sloeg dadelijk de hoop van "dat kind Snow" den bodem in, door de vernietigende tijding: "Je hoeft niet plotseling zoo beleefd te zijn, want je krijgt er toch geen."

Een uitgaand endje sigaar bleef liggen stinken op den looden aschbak. Bernard smeet 't op den grond met een gebaar van walging, waar André om lachte. Zij gingen zitten domineeren. Bernard deed dat slecht, hij kreeg herhaaldelijk standjes van André, die zei dat hij speelde als een jongejuffrouw, dat hij bang was om te koopen.

En toen kwam neef weer binnen, en ik had maar te vertrekken. Maar wat die vrouw anging, toen ik daar thuiskwam als schippersknecht....! Maar ik was nog haast niet thuis, of daar had je mevrouw Dikkerdak al, en de jongejuffrouw! allemaal maar filiciteeren, en dat ik gou schipper zou worden!

Ze ontmoetten elkaar achter een erf, bij een muur, onder een eenzamen boom. Ze was niet onnoozel als een jongejuffrouw, maar haar gezond verstand en de haar ingeschapen eerbaarheid behoedden haar voor misstappen. Ze kon het niet gelooven. Hij zwoer dure eeden.

'n Schoonheid man, a'k van mijn leve nooit had gezien, met 'n bruinachtige tint en koolzwart haar, dito wenkbrauwe, 'n klein mondje, en ivoorwitte tande ... Daarmee bevond ik me eige niks op mijn gemak, hoor, want 'k ben toch ook man, , en dan vijf jaar cel ... "Jongejuffrouw" zeg 'k van ontroering "vraag maar liever eerst of uws mama óók bij ons komt."

"U kunt dien veter nog wel wat meer aantrekken," zei ze, toen Elsje eindelijk een korset aan had, dat tamelijk goed paste. De juffrouw voldeed aan het bevel en Elsje kreeg een gewaarwording alsof ze in een soort van harnas vastgesnoerd zat. "Het zit me nauw," waagde ze te zeggen. "Nauw jongejuffrouw?" vroeg het meisje verbaasd. "Dat is toch een heel wijd nummer.

"En zeg mij nog meer. Ik begrijp wel, dat gij nog andere dingen moet weggenomen hebben, sedert gij in huis zijt, want ik heb u gisteren den geheelen dag laten rondloopen." "Och, Juffrouw, ik heb dat roode dingetje van Jongejuffrouw Eva, dat zij om haar hals heeft." "Hebt gij dat gedaan, ondeugend kind! Nu, en wat meer?" "Ik heb Rosa's oorbellen genomen die roode." "Ga terstond alles hier halen."

't Is net alsof ik hem hoor praten; ik ben ijselijk nieuwsgierig om hem weer te zien. Zou hij mij nog herkennen? Neen, ? Ik ben zoo lang geworden en veranderd, zegt iedereen. Of hij mij nog altijd met jongejuffrouw zal aanspreken? Mij dunkt, hij moest me maar Augusta noemen, dat klinkt veel prettiger." "Zeker, kind. Heb jelui elkaar dan vroeger niet bij den naam genoemd?"

Op dit oogenblik kwam de kamermeid binnen, om te zeggen dat Lady Honoria en de "heer" hem aan tafel wachtten. Geoffrey vroeg haar zoo ter loops hoe laat de jongejuffrouw Effie was thuisgekomen. "Zoo wat half zes, mijnheer. Anne zei dat de cab niet voort kon, door den mist." "Goed. Zeg mevrouw dat ik dadelijk kom." "Paatje," zeide het kind, "ik heb mijn gebedje nog niet opgezegd.