Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Hooger nog rezen de lange, trotsche toortsplanten met dikke, vilten bladeren. Zoekend speurde Johannes naar het fijne, bruinachtige loof van de duinroos. 'Waar is zij, Wistik, ik zie haar niet. 'Ik weet er niet van, zeide Wistik. 'Gij hebt het sleuteltje verborgen, ik niet. Waar de roos gebloeid had, was een veld vol gele Teunisbloemen, die wezenloos naar boven keken.

'Ja, Ja! dat is het! dat is het! Wilt ge mij helpen, als ik het u zeg? 'Als ik kan, zeker! 'Luister dan, Johannes! Wistik zette verbazend groote oogen en trok zijn wenkbrauwen hooger op dan ooit. Toen fluisterde hij langs den rug van zijn handje: 'Menschen hebben het gouden kistje, elfen hebben den gouden sleutel, elfenvijand vindt het niet, menschenvriend slechts opent het.

Ook de meiden hadden wel eens iets gehoord.... Die is gekruisigd, zei Prisca. Hij had iets gedaan, ik weet niet wat.... En nu die Johannes? vroeg de dominus weêr. Is altijd bij hem geweest, zei de senex; en was bij zijn terechtstelling aanwezig. En heeft toen zijn leer verkondigd in Griekenland en Klein-Azië.... En is toen bisschop van Efezus geworden....

'O ja! een van mijn beste vrienden, en ik heb veel vrienden. Maar ik wist dat ook zonder Wistik. Ik weet veel meer dan Wistik. Wistik is een goed ventje, maar dom, buitengewoon dom. Ik niet! lang niet! En Pluizer klopte zelfvoldaan met zijn mager handje op zijn groot hoofd. 'Weet je, Johannes, ging hij voort, 'wat een groot gebrek van Wistik is?

'O ja! het was een vroolijk feest, zei Johannes, 'moet gij hier altijd in de donkere gang blijven? 'Dat is eigen vrije keuze, zeide de glimworm op weemoedig bitteren toon. 'Ik houd niet meer van die ijdelheden. 'Kom, zeide Windekind, 'dat meent gij niet. 'Het is zooals ik zeg. Vroeger, vroeger was er een tijd dat ik ook naar feesten ging en danste en mij met zulke beuzelingen ophield.

Zij wandelden tusschen het hooge gras onder donker kreupelhout, dat hier en daar een smal, glanzig straaltje van het maanlicht doorliet. 'Hebt ge 's avonds de krekels wel eens gehoord, Johannes, in de duinen? Het lijkt of zij een concert maken niet waar? en ge kunt nooit hooren, waar het geluid vandaan komt.

Men noemt twee bouwmeesters: den een een Italiaan, Bonannus, den ander een vreemdeling, Wilhelm van Innsbrück; sommigen voegen daar nog aan toe Johannes Ennipontano, mede een Duitscher, en Thomas van Pisa.

'Dit is Johannes, zeide Pluizer, 'hij heeft van een zeker boekje gehoord, waarin staat, waarom alles is zooals het is, en dat zullen wij nu samen gaan zoeken, niet waar? Toen lachte Pluizer veelbeteekenend. 'Zoo! zoo! nu dat is goed! zeide de Dood vriendelijk, en knikte Johannes toe. 'Hij is bang het niet te vinden, maar ik zeide hem maar eerst vlijtig te zoeken.

Slechts enkele malen vinden wij een Stephanus, Nicolaas, Johannes of Christianus, tusschen de Germaansche benamingen als verdwaald. Deze blijven regel en ondergaan regelmatig de gewone verkorting, vanwaar de namen Otte, Huig en Koen ontstonden. Maar omstreeks de XIIIe eeuw heeft een belangrijke verandering plaats gehad.

Het was hem zoo wèl in dat licht, het gaf hem het veilige thuisgevoel, zooals hij zich herinnerde dat het heel vroeger was, in de armen van zijn moeder. Hij moest aan al het verledene denken, doch hij weende of verlangde niet. Hij zat stil en droomde, niet anders wenschend dan dat de zon blijven mocht. 'Wat suf je daar, Johannes? riep Pluizer, 'je weet ik houd niet van droomen.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek