Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Toen alle andere bloemen dood waren, stonden de chrysanthen nog, en zelfs toen op een morgen de eerste sneeuw gevallen was en Johannes vroeg naar haar kwam kijken, staken zij haar vroolijke gezichtjes op en zeiden: 'Ja, wij zijn er nog! Dat hadt ge niet gedacht! Zij hielden zich goed, doch twee dagen later waren zij allen dood.

'Ik kan niet! ik kan het niet dragen. Ik zal wel gauw sterven, als ik niet komen mag. Toen Pluizer hem den volgenden dag wekte, zat hij nog bij het venster, waar hij was ingeslapen met het hoofd op den arm. De dagen vergingen, werden lang en warm, en er kwam geen verandering. Doch Johannes stierf niet en zijn smart moest hij dragen.

Herinneringen aan de openbaring van Johannes hebben zich klaarblijkelik in deze visioenen met heidens-Keltiese myten vermengd. Of de legenden vertellen van de avontuurlike zeereis van de Ierse heilige Brandanus naar de woonplaatsen der zaligen en der verdoemden, legenden die samengesmolten schijnen uit herinneringen aan oude Keltiese zeevaarders en Indies-Oosterse reisverhalen.

De knaap nam de doos over en volgde den schilder; zij sloegen den weg naar de galerij in en liepen dezelfde trap op, die hem sedert dien nacht, toen hij op het metalen varken reed, wel bekend was. Hij kende de standbeelden en de bustes, de schoone marmeren Venus en die, welke in kleuren leefde; hij zag de Moeder Gods, Jezus en Johannes weder.

Maar dan zag ze de vrome verwijfdheid van Sebastiaan, en ze kon Johannes vergeven wat zij, bijkans in eendere mate, met Sebastiaan voorhad. Niets weerstond overigens aan de sterkte van hare liefde, nog verschoond door het treffend argumenteeren van Romaan.

Dan, de Hoogleeraren bragten daartegen zoo vele bezwaren in; zij vreesden van eene toegeeflijkheid in dezen zóó ernstige gevolgen voor de Kerk en de rust der Hoogeschool, dat de Staten meenden, genoemd verzoek van de hand te moeten wijzen . Evenmin slaagde zeker zwervend predikant, JOHANNES DURÆUS, in 1656, om de Gedeputeerden in gunstiger stemming te brengen jegens zijne geloofsgenooten.

Daaraan merkte hij, Johannes, dat hij een mannetje was. Hij was heel mooi in zijn soort, had glanzige, zwarte pooten, een dik, bestoven achterlijf en een borstschild, dat als een spiegel glom. Gelukkig zag hij al gauw, niet ver van hem vandaan, een anderen meikever, wel niet zoo'n mooien, maar een die al een dag vroeger uitgevlogen en dus al heel oud was.

Van mij, mij, Johannes? Het was hem alsof hij van een vreemde sprak. Het was alles een verhaal, dat hij gehoord had. Hij had iemand hooren vertellen van Johannes en van het huis, waar hij woonde en van zijn vader, dien hij verlaten had en die nu sterven ging. Hij was het zelf niet, hij had het hooren vertellen. Het was wel een droevig verhaal, recht droevig. Maar het ging hem niet aan.

Iets lager, Christus, God de Zoon, met de teekenen van zijn verzoenend lijden en sterven, ter wederzijde, in aanbiddende houding, omgeven door de twee eerste getuigen van zijn leven op aarde: de heilige-maagd en Johannes de Dooper.

Maar Johannes vatte zijn geleider stevig vast en toen klauterden zij tusschen de hooge halmen aan land. Johannes meende wel, dat hij kleiner en lichter was geworden, maar dat was misschien verbeelding. Toch herinnerde hij zich niet dat hij ooit tegen een riethalm had kunnen opklimmen. 'Let nu goed op, zei Windekind, 'nu zult ge iets aardigs zien.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek