Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 mei 2025


JERONIMO. Duizend pond, voor twe voer hooy, waar zal ’t belenden! GRAVIN. Al myn Processen, Heer, die liepen nu ten enden, Daar scheelden vier of vyf maar van de kleinsten an; Een tegens myn Papa, myn Kinderen, en Man. Helaas! myn Heer, ik kan niet half aan u verklaaren, Wat listen my niet, van die drie, zyn wedervaaren; Wat zy niet deeden.

Wie daar? JERONIMO. Ei, kan me uw Heer eens spreeken? ORATYN, de deur toe doende. Neen. JERONIMO. Maar wel Zyn Secretaris? ORATYN. Neen, zeg ik, loop naar de Hel. JERONIMO. Noch zyn Portier? ORATYN. Ja toch, alree man, wilt maar klinken, Ik ben de man. JERONIMO. Myn Heer, ei, neem, en wilt eens drinken Op myn gezontheid. ORATYN. Ha! uw dienaar, ’k dank je zeer, Maar kom eens morgen.

Hier wordt dus Titus Andronicus in één adem genoemd met Thomas Kyd's Jeronimo, waarmede de Spaansche tragedie, the Spanish tragedy or Hieronymo is mad again, bedoeld is, en gezegd, dat hij, die deze twee stukken nog voor de beste houdt, vijf en twintig of dertig jaren in smaak ten achteren is.

LEANDER. Wel nu, zyt gy ’t niet die de hand Dorst aan myn dienaar slaan, Mejuffrouw? en de Heeren Zo stout uittartten, en ons dorst zo stout braveeren? Uw naam? IZABEL. Is Izabel. LEANDER tegen Wouter. Schryf. En hoe out? IZABEL. Myn Heer, ’K heb achtien jaaren. JERONIMO. Laat eens zien, een weinig meer; Doch ga maar voort. LEANDER. Zyt gy getrouwt, of haat gy ’t trouwen? IZABEL. Neen, Heer.

De overige iets oudere tijdgenooten van Shakespeare, wier stukken tusschen 1580 en 1590 of weinig later werden opgevoerd, kunnen korter vermeld worden. Hij maakte naam door zijn "Jeronimo", een stuk, dat in 1588 werd opgevoerd, en door zijn "Spaansche tragedie, of Hieronymo is weer dol", The Spanish Tragedy, or Hieronymo is mad again.

Al zou ik twintig jaar daar tegen procedeeren. Je hebt de Dochter, maar de beurs niet. LEANDER. Wel, myn Heer, Wie eischt u geld? wie zeit dat ik wel iets begeer? Laat ons uw Dochter, en bewaard uw goed. JERONIMO. Pasientie, Och! och! LEANDER. Zyt gy voldaan Papa van d’Audientie? De Vader zwygt, en een die zwygt die consenteert? Wie weet ook, of hy niet die uitslag heeft begeert.

Maar ’k ben geoccupeert, ’k wil niemand heden spreeken. JERONIMO. Myn Heer, ei, wilt... DANDYN. ’k Zeg noch, wilt my de kop niet breeken. Hoe Heer, zyt gy’t? ja toch, ik zal u hooren. Maar Wiens Dochter is dat? wel, waar loopt die schoonheid daar? JERONIMO. Zy is myn Dochter, Heer. DANDYN. Ras, doet haar wederkeeren. IZABEL. Gy zyt belet. DANDYN. Hoe ik! o neen, wat’s u begeeren?

WOUTER. Ik moet hem ook wat plagen, ’k Wil meê party zyn, want myn zaak is even groot. JERONIMO, DE GRAVIN, en WOUTER. Myn Heer, ik kom by u maar om een klein Exploot. JERONIMO. Ei, laat elk op zyn beurt zyn recht aan hem vertoogen. GRAVIN. Zyn recht! al wat hy zeit, myn Heer, dat is geloogen. DANDYN. Wat heeft men u gedaan? JERONIMO, DE GRAVIN, en WOUTER. Gescholden. WOUTER voortvaarende.

De slachting, die in beide stukken aangericht wordt, is even groot; in beide blijven er van de hoofdpersonen slechts weinigen in leven. Wil men hier nader van overtuigd worden, dan leze men slechts het slot van den Jeronimo, een epiloog, die door een geest wordt uitgesproken: "Ay, now my hopes have end in their effects, When blood and sorrow finish my desires.

LEANDER. Durft ge een valsch Exploot den vader wel In handen geven? WOUTER. Ja. LEANDER. Durft gy aan Izabel Een brief bestellen? WOUTER. Ja, al was het aan de drommel, Ik kan twe konsten. LEANDER. Kom, my dunkt ik hoor gestommel, Het is Jeronimo, ik ken zyn schreuwen; ’k zal U in myn huis, de zaak ontdekken heel en al, JERONIMO, weggaande en wederkomende.

Woord Van De Dag

brille

Anderen Op Zoek