Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 mei 2025


Een juffrouw aan den overkant riep: "Halve garen!" Een klein meisje schreeuwde enkele malen. "Papus", "Zeppelin!" Een jongetje ging op een mondharmonica spelen. "We moesten de straat maar opgaan", zei Hoyer. En zoo stommelden wij de trappen af. Drie- en tweehoog werd binnen druk gepraat. "Over ons", zei Japi. Eenhoog was niemand thuis.

Toen moest Japi lachen en zei: "Ik zit nog al eens aan den waterkant, altijd is een beetje sterk. 's Nachts lig ik op m'n bed, ik heb een uur noodig om me aan te kleeden en te ontbijten, een half uur zit ik aan mijn lunch en om zes uur moet ik weer eten. Maar ik zit nog al eens aan den waterkant. Daarvoor kom ik naar Zeeland. Ik maak me nog veel te druk. Van de week ben ik naar Amsterdam geweest.

Nog altijd hield Japi z'n pet vast met z'n rechterhand, z'n rechterarm steunde op de verschansing. 't Woei zoo hard, dat Bavink z'n hand opzij van z'n neus moest houden om adem te halen. Japi zat daar maar, alsof hij thuis was. Toen vertelde Japi dat i van plan was, nog enkele weken in Veere te zitten, tot zijn geld op was. Schilderen leek 'm wel aardig, als je 't goed kon.

Waar zie je zulke gele schoenen? "Ze zijn nu wat donker van 't water", zei Japi, en zette den anderen voet bij den eenen. "Van Appi! En hoe komt dat? Ik ben m'n ouwen heer niet tot last. Ik loop rond met mijn schoenen tot ze zoo lek zijn als een mand. Appi is een fideele kerel. Schilderen kan i niet, zal i nooit leeren, dat zie ik wel, maar hij is een fideele kerel.

Een keer had i haar met den kolonel op het terras van een kroeg gezien. De kolonel deed zeer zelfgenoegzaam en keek woest en verwaten. Achter zijn rug om had ze Japi een oogje gegeven. Ze had een borstkwaal en haar maanden waren geteld. En altijd even opgewekt; maar loopen kon ze nog maar heel slecht. En wat Japi nu van plan was? of hij nog uitvrat?

De pummels die op eenigen afstand, achterover tegen den steenen wal geleund, zich eenigen tijd geamuseerd hadden met zeer luide en onhebbelijke glossen, groetten nu zeer eerbiedig, omdat ik nogal wat geld verteerd had in Wijk bij Duurstede en 's Zondags den notaris op zijn schouder had geklopt. Na een borreltje kwam er wat leven in Japi.

"Geneer je niet Japi, centen genoeg." Japi had ze nog niet gezien. "Goddome", zei i, "vetpot!" "Ze hebben zeker weer wat van je geplaatst". Ik knikte. "Zoo moet je maar doen", zei i, "die kerels zijn toch nergens anders goed voor dan om ons de kost te geven. Ik heb van m'n leven ook nog eens iets geschreven."

"Koekebakker", zei Japi, "ik voel me zoo raar van binnen." 't Was op een middag bij Bavink. Ik had Bavink willen spreken, maar die was uit. Japi zat aan tafel met een fleschje inkt van een stuiver en een pak kranten voor zich. "Koekebakker, ik voel me zoo raar van binnen." "Je ruikt tenminste degelijk naar jenever", zei ik. "Nee", zei Japi, "de jenever is 't niet.

Loef die later met zwemmen verdronken is, juist toen i er zoon beetje begon te komen; en die had hem weer meegenomen naar Bavink en gezegd: "Bavink ik breng je kaduukstoker mee." En Bavink had om 't geval gelachen, En Japi was dadelijk naar 't plankje geloopen en had, op 't bekende plaatsje "naast Dante", een nieuw kruikje Bols gevonden. Ik presenteerde Japi een kop thee.

Zes hatti er geschreven, zei i, de vijf andere had z'n broer zoek gemaakt. Japi nam nog een sneedje brood. "Moet je niet meer?" vroeg hij. Ik bedankte en Japi nam 't laatste van m'n twee ons worst, "'t Ordinaire volksvoedsel" ging er goed in. "'s Nachts gemaakt" zei Japi met z'n mond vol en wees met 't mes naar 't krantje. "Na kantoortijd, 's Avonds moest ik altijd op kantoor terugkomen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek