United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Welk cadeau krijg ik nou van u?" Maar zijn vader werd terdege boos. "Ga naar je bed, deugniet, en als ik vannacht je geluid weer hoor, krijg je morgen niets, hoor je, heelemaal niets! Allo, pak je weg, naar je bed. En je geeft geen kik meer, versta-je?" Jantje maakte aanstalten om weer te gaan schreeuwen, maar Dik zei knorrig: "Wou je liever in den kelder onder den winkelvloer?"

Hoe behaagt en treft het mij. Mogt ik leeren zo te leven, Vergenoegde man! als gij. Ach mij! ik ben verdrietig, Ik heb den prijs verloren, Dien vader lief beloofd had, Aan hem, die 't beste leerde. Dat boek met mooie prentjes, Met groene zijde lintjes, Waar naar ik zo verlangde, Heeft Jantje nu gekregen; Om dat hij 't best kon schrijven, En 't vlugst was in het lezen.

"Ja Vader," zei Jantje, die blij was, dat het zoo goed afliep. "Maar van Frans en Klaas is het een gemeene streek." "Dat is het," zei Dik. Jantje stapte in de kar en reed naar het vlot terug, waar Karel op de natte plunje paste. Jan kleedde zich weer behoorlijk aan, en reed naar huis terug.

»Wacht maar, Jantjezei Bob, die er ook zeer verheugd uitzag, nu zijn list zoo goed gelukt was, »ik zal het later wel eens beter overdoen, dat beloof ik je!» »Nu naag den tuinzei mijnheer Denappel. En wij volgden hem allen, om getuigen te zijn van de prijsuitdeeling. Hij plaatste zich achter de tafel en liet Jan en Cor tegenover hem staan. Daarachter stonden wij allen op een hoop gedrongen.

De hit stond toen als het ware loodrecht op zijn achterste pooten, en Jantje verbeeldde zich, dat hij hem kwaadaardig hoorde brieschen. De hit nam een geweldigen sprong, en bommerdebom, daar viel Jantje met hit en al uit zijn bed op den grond. Dat gaf een lawaai! "Heeremenschen!" gilde Anneke, die verschrikt opvloog. "Daar valt het huis in! Dik, Dik, het huis valt in. Jantje ligt er onder.

Jantje kroop stil zijn bed uit, liep op zijn bloote voeten naar het raam, en stootte zijn kleinen teen zoo hard tegen den poot van de tafel, dat de tranen hem in de oogen sprongen. "Au!" riep hij binnensmonds, en zijn vader werd er half wakker van. Deze draaide zich in zijn bed om. Jantje liet zich daardoor echter niet afschrikken. Hij ging verder en kwam bij het raam.

Jantje zag eens pruimen hangen, o! als eieren zo groot, 't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken, schoon zijn vader 't hem verbood. Hier is, zei hij, noch mijn vader, noch de tuinman, die het ziet; Aan een boom, zo vol geladen, mist men vijf zes pruimen niet. Maar ik wil gehoorzaam wezen, en niet plukken: ik loop heen. Zou ik, om een hand vol pruimen, ongehoorzaam wezen? Neen.

Jantje heeft 't in beslag genomen, leest er uit voor;.... schattig, zooals hij Han nadoet, zie-je, met z'n vingertje over de bladzij.... Maar zeg 's, is Hoefman nog niet klaar, en gaan ze niet trouwen?"

Hoor me dat kind eens gillen!" Dik was ook verschrikt, en hij haastte zich op te staan. Vlug schraapte hij een lucifer aan en stak de lamp op. En wat zag hij? Jantje lag op den vloer met een stoel half over zich heen, en daarop lag het kussen, dat den hit in zijn val gevolgd was.

Hij greep op goed geluk rondom zich, om Jantje te pakken, en riep: "Jongen, ben je nu alwéer uit je bed?" Maar Jantje had zich zoo vlug als hij kon uit de voeten gemaakt, en lag alweer onder de dekens. "Neen Vader," zei hij, "ik ben hier." Toen moest Dik wel lachen, of hij wilde of niet. "Ja, ben je weer in je bed, maar zoo pas liep je nog hier in de kamer.