Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
„Och! hij slaapt,” herhaalde zij, als in zichzelf, wendde zich om en dommelde weer in. „Niet ankomme! M’n goeie mensch, brand je vingers niet; eerst mot de polisie er bij weze. Groote Gerritje! wat ’n geval,” roept juffrouw Daters, die met haar dikke buurvrouw Jaling en een aantal andere buren in Waltens kamer staat bij ’t bed waarop de oude man, nog onbeweeglijk in dezelfde houding, ligt.
Schaterend zien de vrouwen, hoe Pietersen, die over de tobbe is gestruikeld, zijn hoed uit ’t zeepsop opvischt en, tegen den muur leunend, zijn linker scheenbeen zachtkens wrijft. „Kom hier, kraantjelek, dan zal ik je ophelpe,” lacht vrouw Daters, en juffrouw Jaling, die bij de eerste kennismaking niet erg spraakzaam was, voegt er bij: „Uwes pootjes benne nog al dun; ze benne immers niet kapot?
Nou kom ik zoo, eve voor twaleve, toevallig gelijk met Pietersen, hier voor de deur.” „Ho! Pietersen, wie is dat?” „Kan uwee dien niet? En hij heit je nogal gehaald,” roept vrouw Daters, en juffrouw Jaling voegt er bij: „Hij is ’n mirakel van ’n vent, ’n sefleur, en....” „Stilte! laat die vrouw verder vertellen.”
„Zouën we den stakkerd toch maar niet liever op ’t bed legge of op ’n stoel zette?” zegt juffrouw Jaling, maar een van de buren roept dadelijk: „Hoor die dikke nou? Wel nee! da’s teugens de wet!” „Maar ’k zou toch zeggen, dat....” „Och, mensch! schei uit; hij leit immers goed zóó.
In de kamer is alles grijs van tint, kil en koud evenals te voren; alle voorwerpen dommelen weg in één mistigen, vaalgrauwen toon. Inderdaad, vrouw Jaling had gelijk, toen zij het „een rommel” noemde wat ze in die kamer zag, tusschen de gordijnen door. De enkele meubels, die er aanwezig zijn, kunnen bezwaarlijk op den naam van „ameublement” aanspraak maken; er is van alles zoo wat.
„Nou! uwé komt nog bijtijds, juffrouw Jaling; ’t is posetief ’n extratje vandaag. Uwé kan nou nog net profeteere van de kemedie. Gaat u maar op ’t bankie staan, dan kan je onder de gordijnfranje door in de kamer zien; ’t eene raam staat een êndje ope, dat tref je. Je mot nou meteens je oore maar ereissies de kost geve. Wacht ’k zal je helpe.
Ja! die kemediante-lui benne door de bank nogal van: berg ’m maar weg achter je stropdas.” Juffrouw Jaling maakt met twee vingers van de rechterhand de beweging van iemand, die een glas uitdrinkt.
zegt juffrouw Jaling zachtkens: „Wat ’n mooie stem heit ze’.” „Jawel, maar luister nou liever, m’n goeie mensch.” Walten antwoordt: ....... Laat mij alleen ontvluchten! „Gaat ie ’r van door?” vraagt vrouw Daters fluisterend aan de andere, die voortdurend door de ruiten naar binnen ziet. „Wel, mensch, ’t is ommers allemaal spul!
Krak! krak! doet ’t bankje en meteen: „Groote Gerritje, daar heb je ’t nou,” vangt juffrouw Daters nog bijtijds haar buurvrouw op, houdt haar tegen en helpt haar veilig op den grond. ’t Bankje is door „de dikkigheid” van juffrouw Jaling en de bewegingen die zij maakte tot het uiterste gebracht en bezweken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek