Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juli 2025
«Mijn arme bloemen zijn heelemaal verwelkt!» zei de kleine Ida, «Wat waren zij gisteravond nog mooi, en nu laten ze al haar blaadjes slap hangen! Waarom doen zij dat?» vroeg zij aan den student, die op de canapé zat en van wien zij heel veel hield.
En met Ida kwam heel den geleidelijken sleep van hunne lange kennis en verkeer en hij dacht aan dat meisje dat eens moest komen zijne vrouw te worden op 't hof, maar dat was 't einde, dat stond verre nog, heel ver en onvast, uitgesteld als een lastig, moeilijk ding waar hij nog niet durfde mede bezig zijn omdat het heel den gemakkelijken sleur van gewoon boerenleven en boerenrust, die nu zoo vast stond in den harden winter, moest komen storen en veranderen: een vreemde vrouw in dat innig, omsloten huis die er al het ongewone van de nieuwe doening zou moeten aanleeren.
Gezellig zaten Ida en Gustaaf in Grootmama's ouderwetsche, doch huiselijke zitkamer met haar aan de thee en spraken over het ontmoeten der vele bloedverwanten, die den vorigen dag ter eere van den 70en verjaardag gekomen waren.
Netjes maken, daar begin je nu al eene heele bolleboos in te worden, netjes houden, daar zal ik je nu knap in maken." En Ida werd knap. Maar o, wat was het eene groote, moeilijke kunst, die ze nu moest aanleeren. Daar waren een paar dagen lang niet genoeg voor: daar gingen weken en weken mee heen. Soms dacht Ida, dat ze 't nooit zou leeren, dan verloor ze heelemaal den moed.
Groote Godenmoeder der Ida! Zij gingen de treden af, torsende onder een baldakijn het Beeld, vormenloos, verweerd hout, maar ontzagwekkend heilig, nauwlijks zichtbaar onder een zwaar met goud geborduurden sluier, en die af hing met zware gouden franje.
»Wat krijgt de Koningin veel geschenken, vinden jullie het ook niet,« riep Dora, na het vertrek van Gladschaaf. »O, hij heeft er geen tiende part genoeg van verteld, alle avonden staan de couranten vol over aangeboden of ten toon gestelde huldeblijken,« zei Lize. »Mademoiselle, we gaan onze wieg toch allemaal zien, niet waar?« »Onze wieg, wou je er soms ook eens in Dora?« spotte Ida.
De avond was omgevlogen, en eer Ida er aan dacht, was het tijd voor haar om naar bed te gaan. Het vrouwtje moest met haar mee naar boven, dat vond ze gezellig. Ida begon zich uit te kleeden, roef, roef, als altijd. Hier kwam een stuk kleeren te liggen, en daar wat 't duurde niet lang, of de kamer lag vol. Maar het vrouwtje schudde het hoofd.
Zwijgend gingen allen verder en na ruim anderhalf uur ontsnapte een zucht van verlichting aan Lize, toen ze met Ida en Dora op haar slaapkamer kwam, om mantels en hoeden op te bergen. »Was ze maar met vacantie naar huis gegaan, dan konden we doen wat we willen!« riep Lize uit. »Maar dan was de vacantie zooveel korter, en nu hebben we net zoo lang vrij als de jongens,« merkte Dora op.
En wat leek de kamer heel anders, toen eindelijk alles op orde was: zooveel vriendelijker en prettiger om er in te wezen. "Met het kastje wachten we liever tot morgen," vond het vrouwtje, "je zult wel moe zijn van 't ongewone werk." Maar neen, daar had Ida geen ooren naar: ze was in 't geheel niet moe, en morgen zou er misschien weer wat anders te doen zijn.
Wat was ze dikwijls zelf ook ongeduldig en verdrietig door al die onrust en al die tegenspoeden. Och, wat had ze weinig plezier in haar leven. En dat was hu alles de schuld van dat nare, ongehoorzame, eigenzinnige, onwillige goed! Ja, 't was wel om te zuchten. Op een goeden dag zei Ida tegen zichzelf: "t Kan zoo niet langer, 't is niet om vol te houden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek