United States or Angola ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gelukkig huisde in die ontzagwekkende borst de inborst van een lam: deze kolossale apparitie was eene weldoende toovergodin voor al de armen van haar kerspel. "Laat ons hier een oogenblik uitrusten," zeide zij tot twee andere vrouwen van jaren, doch van gewoner dimensien dan zij, die met haar aan deze zijde van het terras de schaduw gezocht hadden.

Uilenspiegel was wel te moede; hij floot als de leeuwerik; allerwegen antwoordde het strijdzuchtig gekraai van den haan. De booten vaarden of vischten, verkochten hare vangst en landden de eene na de andere te Emden. Daar huisde Willem van Blois, heer van Treslong, die, op last van den prins van Oranje, een schip uitrustte.

In de bosschen bij Dublin huisde een vreeselijk monster: een draak, die mensch en dier bedreigde, die boom en struik verzengde met het vuur, dat hij spuwde, en wiens wandaden hem tot schrik der gansche bevolking maakten.

De man van wien hier sprake was, woonde in 'n dwarsstraat van 'n dwarsgracht in den Jodenhoek, en Gerrit die meermalen geld by hem had ontvangen, klaagde dat-i "by dien kerel" al z'n muntkennis noodig had om niet te-kort te komen. De acceptant lokte hem steeds in 'n donkere achterkamer waar 'n zeer groote familie huisde, en die slecht verlicht was: 'n hol, zei Gerrit.

Een trap met valluik in het benedenvertrek voerde naar den kelder. Op de tweede verdieping huisde de familie Hucheloup. De trap, waarlangs men naar deze verdieping ging, was veeleer een ladder dan een trap, die een blinde deur had in de groote kamer op de eerste verdieping. Onder het dak waren twee zolderkamertjes voor de dienstmeiden. Het benedenhuis bevatte de keuken en de gelagkamer.

De goden van de vier kwartieren, die de oorspronkelijke zuilen bewaakten, waren de z.g. Canopische godheden, elders ook de kinderen van Horus genaamd. In den hemel huisde de groote god Ra; hij was op een metalen troon gezeten, waarvan de zijden door leeuwenkoppen en hoeven van stieren ingelegd waren. Zijn gezellen omringden hem en dezen werden op hun beurt door de kleinere goden omgeven.

Eene enkele gedachte huisde nog in het brein van den ongelukkigen bankier tot bedwelmens toe, dat was: Monte Carlo te ontvluchten, waar hij zijn ondergang gevonden had, en Sarcany te ontvluchten, wiens raadgevingen hem zoo verderfelijk geweest waren en zoo ellendig gemaakt hadden.

Dat duurde zoo een poos, zonder dat er een woord tusschen hen gewisseld werd; doch eindelijk kon Hobble-Frank niet langer het stilzwijgen bewaren. Hij begon: "Neem mij niet kwalijk als ik u naar uw naam vraag. Zooals gij daar naast mij zit, heb ik u reeds vroeger gezien." "Waar dan?" "In mijn verbeelding." "Verduiveld! Wie zou dat gedacht hebben, dat ik in uw verbeelding huisde?

"Nou, zoo in 't begin van de maand, Eddy?" en Eduard vertelde lachend aan Go, dat hij en Wim en Rolands 'n driemanschap hadden gesloten tegen die lastige rustverstoorders: in 't begin van de maand huisde ieder op de kamer van den ander, zoodat "meneer" nooit thuis was, en ze toch niet den heelen dag in bed hoefden te blijven, of op de kroeg te hangen.

Een vochte, griezelige lucht huisde tusschen de bonte gevels en deed de mannen huiverend voortgaan, tot den neus gehuld in wijde wollen mantels, met een dikke plooi, slingerend van schouder tot schouder onder de kin, met een voorkomen van antieke bronzen busten; en de vrouwen die hun inkoopen deden, scholen dieper weg in hun kleurige omslagdoeken, schuivende door die kringelende witte wisseling, als vlekken rood en geel en groen, als verdwaalde kleuren op een grijs palet.