United States or Côte d'Ivoire ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ik ga al vast vooruit." Dit zeggende, stond hij reeds op de stoep, sloeg de eerste de beste dwarsstraat in, die hem naar het Achterom voerde, en rende die straat tot aan het Hofpoortje door.

Onder 't luisteren naar al deze mededeelingen, had Wouter den half-onderaardschen weg afgelegd, die van de Keizersgracht naar de dwarsstraat leidde, waar inen den ingang tot het kantoor van de heeren Ouwetyd & Kopperlith te zoeken had.

Wij hadden den angst in ons gehad. Daar bereikten we de eerste dwarsstraat. We vlogen den hoek om, en kwamen midden in een hoop blaffende en vechtende honden terecht. Die vergaten natuurlijk aanstonds hun geschillen, om op de hollende jongensbeenen af te stuiven. Maar die renden er, behalve één paar, allen tusschen door, de honden trappende, zoodat ze jankend wegstoven. Alle, behalve één paar.

't Zijn drie jongens, tusschen dertien en vijftien jaren oud die de geheele buurt in opschuddig hebben gebracht. Stomdronken schreeuwend en joelend, razend en vloekend, zijn ze komen aanzeilen uit de dwarsstraat. Precies als groote dronke-geweldenaars, beweert de banketbakkersvrouw, in wier winkel ze een glas hebben ingeslagen, omdat de deur voor hun neus werd dichtgedaan.

Gelukkig lag er tusschen ons een dwarsstraat; die sloeg ik in, gevolgd door mijne honden, en weldra waren wij weder in het open veld. Toch bleef ik niet staan voordat ik geheel buiten adem was, en toen had ik zeker twee kilometer geloopen. Eerst durfde ik nog niet omzien, maar toen ik eindelijk een blik achter mij wierp, bemerkte ik, dat niemand ons volgde.

Dus stelde ik Racier voor om wat op te kuieren en zoo argeloos mogelijk leidde ik hem toen de eerste de beste dwarsstraat mee in, waar hij mij weldra in een gezelligen schaftkelder de eer van een hartig maal wilde aandoen. Want de kerel zag er schrikkelijk verhongerd uit.

De man van wien hier sprake was, woonde in 'n dwarsstraat van 'n dwarsgracht in den Jodenhoek, en Gerrit die meermalen geld by hem had ontvangen, klaagde dat-i "by dien kerel" al z'n muntkennis noodig had om niet te-kort te komen. De acceptant lokte hem steeds in 'n donkere achterkamer waar 'n zeer groote familie huisde, en die slecht verlicht was: 'n hol, zei Gerrit.

In de stad Florence, niet ver van de Piazzo del Granduca, heeft men een kleine dwarsstraat, die, geloof ik, Porta Rosa genoemd wordt. In deze straat, voor een soort van hal, waar groenten verkocht worden, staat een van metaal kunstig bewerkt varken. Het is een schilderachtig tooneel, het welgevormde dier door een aardigen, halfnaakten knaap te zien omvatten, die de lippen aan zijn snuit zet.

Men behoefde slechts de avenue van Cha-Coua te volgen tot aan de dwarsstraat en door de groote avenue tot aan de poort van Tien. Maar de stoel kwam niet dan langzaam vooruit. De zaken waren nog in vollen gang en de samenstrooming van menschen was altijd in dat kwartier, een der volkrijkste van de hoofdstad, aanzienlijk.

Toen liep ook ik verder. Neen, ik wandelde verder. Wat genoot ik van mijn triomf! De andere waren naar huis gehold, de dwarsstraat uit, den hoek om, en zoo verder. Ik wandelde op mijn dooie gemak, als een rentenier, als iemand, die zijn tijd aan zich heeft en zijn omgeving volkomen beheerscht. Daar kwam nog iets bij. De vent had zich nog eens kunnen bezinnen en me toch in mijn nek willen nemen.