United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


Marokko ... Schiermonnikoog ... hu, hu, paardje, met je vlassen staartje ... Alexandrië, Soudan, Egypte ... Weesp, Rotterdam, Haarlemmermeer, Kolvemersburgwal de les is uit, ik mag zeggen wat ik wil Krom-elleboogsteeg, Algiers, Cleopatra, Karel de Groote... wie vangt me? Ik, riep Willem.

"Wanneer ik er niet meer ben, zul je dan ook goede vrienden met Betsy blijven je bent soms nog zoo driftig beloof je 't me? Hu! wat ben ik koud; dek mij wat beter toe. Goeie jongen, zoo'n eind voor mij te komen loopen! Laat mij eens drinken; 't begint weer te gloeien in mijn hoofd." "Zou je niet wat gaan slapen, juffrouw?" "Ja! Geef mij je hand, Dorus; laat ik die vasthouden.

"Voort, dat jonge goedje! hu, piassen!" riep de koetsier op vrolijken toon tot twee eerwaardige grijsaards, die volstrekt niet in zijne opgewondenheid schenen te deelen, en zich weinig in hunne carrière als paarden te verlustigen.

Maar dit kan hij niet verdragen, hij wordt ziek en in ijlende koorts schrijft hij een brief aan Tine, waarin alle motieven der Minnebrieven rhapsodisch verward terugkeeren, maar in die dooreenhaspeling zit toch zin: "Ben je de moeder of de vrouw? Waar zijn de kinderen? Zijn de kleertjes al verkocht? Hu, huup... waar is je tulband? Zingt, kinderen, zingt, uw vader draagt het kruis!

"Hoe laat mag het wel zijn? vraagt hij ons. Hoe laat? even over twaalven. Over twaalven! Dan moet ik de klok luiden!" Bang! Bang! Eenige voorbijgangers beneden in de straat kijken naar boven. Het is middag, zeggen de lotus-eters. Ja, het is middag, de ure des gebeds. Allah hu Akbar! "Ge schijnt niet op eenige minuten te letten?

Is dat dan de weg naar den tuin van het Paradijsvroeg de prins. Nu gingen zij de grot in. Hu! wat was het daar ijskoud! Maar het duurde toch niet lang. De oostenwind spreidde zijn vleugelen uit, en deze schitterden evenals het helderste vuur. O, wat was dat een grot!

En hoorde ik een grijnslach en zag ik een grimlach. De harpij! De harpij!! Zij vlerkte om mij rond en vloog mij toen op den rug. En zij riep: Mijn vlerk, mijn vlerk is al weêr genezen! En mijn poot, en mijn poot is weêr heelemaal heel! Hu! Hu! Naar den astertuin! Naar den astertuin! Dat wij hem vernielen! Dat wij hem vernielen!

»Mientje, hier houd ik het niet langer uit o foei, ze zitten me op mijn hoofd, en ah bah, daar kruipt er een in mijn mouw. Mientje, hu, hu, haal dat beest er uit! Haal het er uit, zeg ik!» »Ik durf niet, dat durf ik nietEn op een draf, met haar boezelaar over het hoofd, nam Mientje, schreiende van schrik, de vlucht, de kamer uit en naar beneden.

En toen vloog hij naar het dorp terug. Zijn rooftocht was hem bitter slecht bevallen. Even later hoorde hij de noodkreten van Frans Thor, die door den boer en zijn knecht onderhanden werd genomen. Jantje liep dientengevolge nog harder. "Hij lust er ook van!" mompelde Jantje, die in ijlende vaart voortholde, "hu, wat slaat die boer hard. Hoor Frans eens schreeuwen."

Daar zat de soldaat nu .... Hu! wat donker en vervelend was het daar! En geen vriendelijk woord kreeg de arme soldaat te hooren. Maar wel was het: "O, o, jongetje, wat is de koning boos op je! En weet je, wat er morgen gebeuren zal?