United States or Vatican City ? Vote for the TOP Country of the Week !


Henriette liet zich door mevrouw Kegge de boa weder om den hals werpen, en speelde met het einde daarvan; daarop begon zij een gesprek met de kleine Hanna, zoodat de geheele wereld verbaasd stond over eene jonge dame, "die zoo voortreffelijk speelde, en zoo lief was met haar zusje".

"Ik ben nog niet gedécideerd," antwoordde Henriette: "wil de heer Van der Hoogen mij eens helpen kiezen? Zullen wij de piano eens openmaken?" "Gaarne, dolgaarne." "Maar gij moet reflecties maken."

"Wat een allerliefst mofje!" zei Henriet, met het harde haar over hare zachte wangen strijkende; "wat doe jij nu met een mof, Saartje?" "'t Is een oud ding," zei Saartje met een lief lachje: "de kinderen hebben er ook al zoo'n pleizier over gehad. 't Is nog van mijn grootmoeder, en ik draag het alleen 's avonds, nicht Henriette! Hoe vaart neef?" "Papa is heel wel," antwoordde de schoone.

Terwijl zij aldus voortging met hem tot het doel te nemen van haar plagerijen, welke hij echter wel opnam, ja, waarin hij zelfs behagen scheen te scheppen, overlaadde Weinstübe Henriëtte met een vloed van zoutelooze vleierijen, waar ik bijna tevergeefs een woordje poogde tusschen te voegen.

"Zeg dat maar niet, dat Mama het hoort," zeide Suzanna: "het goede mensch treurt er al genoeg over, dat er om harentwille zooveel omslag gemaakt wordt; maar Tante was er zoo op gesteld: en men begreep, dat de groote en kleine kinderen zich buiten meer dan in de stad zouden vermaken, enz." Hier stond Henriëtte op.

»Zij was de Dochter, Weeuw en Moeder van de Helden, Die goed en bloed voor God, voor Staat en vrijheid steldenOf Zij heet naar Louise Henriëtte, de prinses van Oranje, die met den Keurvorst van Brandenburg trouwde. Het is innig, onbegrijpelijk innig, diep gevoeld van de Koningin om juist #die namen# te geven!« »Heeft je peettante je dit alles voorgezegdspotte haar Vader. »Neen, o, neen!

De verguldpartij zou uiterlijk te half zes aanvangen, en tegen dat uur begaf ik mij op weg naar de woning van den koekebakker De Groot of, zooals Henriette altijd zeide, van "de De Grooten". Zij was vrij verre van het huis van den heer Kegge gelegen, en ik ging op de, voor een stadgenoot waarschijnlijk zeer heldere, maar voor een vreemdeling zeer ingewikkelde aanduidingen van den heer Kegge af.

Na hem volgden Henriëtte en Suzanna: dan ik, Tante geleidende: en vervolgens Reynhove met een tweede lantaren: terwijl Weinstübe hompelend en strompelend zich achterna sleepte.

En, niet verlangende mij aan een herkenning bloot te stellen, welke tot het weder ophalen van vroegere tooneelen aanleiding geven kon, draaide ik mij om en haalde voor Henriëtte, die, waarschijnlijk weinig belang stellende in dit gesprek, een eind vooruitgeloopen was en begeerig opzag naar eenige hoogwassende kamperfoelie, den tak naar beneden, dien zij niet bereiken kon.

Suzanna scheurde zich los van Tante en viel mij om den hals: ik drukte haar en Henriëtte tegen mij aan. Een nieuwe golf nam ons op. Er was weder een oogenblik, dat wij niets als water zagen. Toen voelden wij, dat het vaartuig een beweging onderging, als werd het door een weeke zelfstandigheid heengevoerd: en plotselings hield het stil, met een schok, die ons allen op het dek wierp.