United States or Australia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze blikte zijwaarts. Ze voelde dat hij haar herkend had en rap op haar afkwam. Goedele! Het was haar een onzeglijk geneuchte en over gansch haar lijf kwam zijn stemme streelen met de zoete galming van haren naam. Ze wendde zich omme naar hem, verlegen, blozend, en ze schoof hare hand uit haar pelsen mofje, hem reikende in ganschelijke overwinning hare witte vingeren.

Eline lachte zachtjes, gestreeld door Cateau's oprechte extaze. Heusch waar? Maar toe, Toos, noem me toch niet altijd zoo deftig: juffrouw Vere; zeg maar Eline voortaan, wil je? Cateau bloosde van genoegen en streelde het bont van Eline's mofje glad. Ze liet zich geheel en al inpalmen door die melodieuze stem, dien zachten, kwijnenden gazellenblik....

De fijn geschoeide handen in het kleine mofje verschuilend, soms van onder haar witte tulle voilette een kennis, vriendelijk glimlachend, toeknikkende, nam zij haar weg door de Javastraat naar de Princessegracht.

Ze tikte met hare vingeren dolle haarkrullekens weg, die op haar voorhoofd belden en jeukten in hare wenkbrauwen. Ze reikte dan aan Ursule een ranke mimosa, die ze met haar hermelijnen mofje op de glazen dresse had neergeleid. Djentig, hee? Heerlijk, mijn kind Onnoozel dat ge ervoor zoo'n dwaze onkosten doet. 't En was in waarheid niet noodig.... Ja!... ja!... ja!... Danke.

Wanneer ze in de vestibule stonden en Ernest het mofje en de palatine overnam, kwam Josse melden dat mijnheer Dean-Diggle, in de voorkamer, al meer dan anderhalf uur op mevrouw zat te wachten. Ze fronste wrevelig hare wenkbrauwen, klapte kwaad in hare handen, gebood dat men hem om de liefde Gods eens en voorgoed doorzenden zou.

Ze keek omme en zag het dutseken aandrevelen met een zakdoekje. 't Uwe, juffrouw? Ze tastte in haar pelsen mofje en bloosde, omdat een oude heer haar heel scherp aankeek binstdien. Ja, lieveken.... Danke. Verlegen liep ze verder. Tenden de strate lag de vaart. Nog de brug over en dan een klein draf ken. Wat zou ze zien? Een rappe angstigheid kwam over haar. Wat zal ik zien?

Ze kon precies niet verder uitkijken, recht vóor haar, waar haar weg gebaand was. Hare handen werden heel warm in het doezelig mofje, en ze hervroeg, een vaag zicht krijgend van de leelijke werkelijkheid, die naderend was: Wat zal ik zien? Aan 't klein gesleer van hare voeten werd ze meteen gewaar dat ze te lanterfanten stond. Een brouwersgast met zwaar gespan riep, om ze uit zijn weg te krijgen.

Vroeger was ze zoo mooi, zoo elegant, zoo vroolijk en nu was ze als een schim, wanneer zij een enkelen keer over de straten liep, met hare zenuwachtige, ongelijke stappen, het mofje aan den mond, en bijna iets verlegens in den knik, waarmede zij de Van Larens, de Hijdrechten, de Oudendijks groette. O ja, ze was wel erg ziek, dat was haar wel aan te zien...

Hij vond dat ze zoo onpleizierig was. Nu geen leute bederven, hoor! Hij nam haar mofje en hielp haar mantel uittrekken, en gaf alles rap over aan een kelner, die zwijgend in het deurgat kwam staan. Ze zette zich neer en zuchtte. Ze zag haar eigen gelaat rechtover zich in een spiegel en had een vlugge gebaar om even nog een haarkrulle weg te strijken, die buiten plaatse geraakt was.

"Wat een allerliefst mofje!" zei Henriet, met het harde haar over hare zachte wangen strijkende; "wat doe jij nu met een mof, Saartje?" "'t Is een oud ding," zei Saartje met een lief lachje: "de kinderen hebben er ook al zoo'n pleizier over gehad. 't Is nog van mijn grootmoeder, en ik draag het alleen 's avonds, nicht Henriette! Hoe vaart neef?" "Papa is heel wel," antwoordde de schoone.