Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
"Moet er niets nieuws zijn, een ferronière, of zoo wat?" "Neen, papa." De schimmels waren vóór; Henriette bleef pruilen. Wij namen afscheid en stegen in de barouchette. "Henriette was boos," zei de vader, toen wij gezeten waren. "Ja, die dametjes! je moet ze ontzien, vrind! En Henriet heeft veel karakter."
"Nu, kind! van avond vergulden, hoor! Hildebrand mag je komen halen als hij pleizier heeft; en dan moet hij wat vroeg gaan, dan kan hij nog reis mee trekken om 't langste brok. 't Zijn waarlijk goeie menschen, Hildebrand! heel ordentelijk. Je hebt gisteren Saartje gezien. Henriet" vervolgde hij, met de oogen pinkende "Henriet mocht willen dat zij er zoo uitzag!" Henriet beefde.
De schimmels waren ongemeen vurig en liepen uitmuntend, en de koetsier maakte den heer Kegge herhaalde malen opmerkzaam dat de bijdehandsche nu toch alle kuren had afgelegd. Het scheen alsof de heer Kegge er geen gevoel voor had; hij dacht aan de kuren van Henriet.
En was die verd... kerel niet gekomen.... Maar zeg reis, gaat hij stellig naar de West?" "Hij is er zoo verliefd op, als hij eerst wanhopig was, 'k ben d....rs," zei Bout; "hij leeft in de stellige overtuiging dat hij, binnen zes jaar, op zijn minst half zoo rijk weerom komt als mijnheer Kegge. Hoe maakt de dochter van dien blaaskaak het? Henriet; hiet ze zoo niet?" "Patent, kerel, patent!
Je doet en laat hier alles wat je goed vindt, slaapt zoo lang als je wilt, eet goed, drinkt goed dat zijn de wetten van het huis. Waar is Henriet?" "Naar haar kamer," antwoordde mevrouw Kegge. "Zij kleedt zich voor het diné." "Dan moeten de kinderen nog effen komen!" Er werd gescheld. De zwarte knecht kreeg zijne bevelen, en de kinderen verschenen.
"Wat een allerliefst mofje!" zei Henriet, met het harde haar over hare zachte wangen strijkende; "wat doe jij nu met een mof, Saartje?" "'t Is een oud ding," zei Saartje met een lief lachje: "de kinderen hebben er ook al zoo'n pleizier over gehad. 't Is nog van mijn grootmoeder, en ik draag het alleen 's avonds, nicht Henriette! Hoe vaart neef?" "Papa is heel wel," antwoordde de schoone.
"Ik heb er elf gehad; William, dien je gekend hebt; Henriet, die je gezien hebt; nu is er een heele gaping; eerst kreeg mijn vrouw een miskraam, en daarop een dood kind; de vierde is tien jaar oud geworden en toen aan de koorts bezweken; nu komen de jongens; hier hebje Rob, en daar hebje Adam, mijn petekind; die zijn allebei nog ondeugender dan hun vader, toen hij zoo klein was; tusschen hem en dit meisje is er weer eentje dood; dat werd door een beest van een negerin vergeven op zijn anderhalf jaar; dit meisje heet Hanna, naar mijn vrouw; dat 's een mooi klein ding, is het niet? en die kleine jongen heet Jan; niet waar, boer?
Ik kan me met die snorrepijperij niet altijd ophouden. Henriet heeft twee jaar te Arnhem school gelegen. Maar toen zijn we in 't land gekomen, en hebben haar thuisgehaald; ze was te groot, en ze moet nu zelf maar verder haspelen. Engelsch kon ze al; en als je in twee jaren geen Fransch kunt leeren, dan leer je 't nooit. Dat lange schoolgaan allemaal gekheid.
Wij gingen daarop naar de bibliotheek, waar een lustig vuur brandde en een schat van Voyages pittoresques en hedendaagsche literatuur, op de keurigste wijze gebonden, bijeen was. "Hier ga je nu maar heen, als je je verveelt! Die sofa is nog al makkelijk. In deze laden zijn platen; al wat je hier ziet is meestal in Engeland gekocht, en nu completeert Henriet het zoo wat.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek