Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juli 2025


Dat zal nog lang genoeg duren, want Habulam sprak er van, dat hij ons nog een keurig avondeten zou zenden. Wil ik het gaan halen? vroeg Janik. Ja, doe dat. Hoe eer wij eten, des te korter hebben wij te wachten. Maar doe alsof gij werkelijk van den eierkoek gegeten hadt en nog altijd snijdingen voelt. Tracht ook Anka te spreken te krijgen; misschien heeft zij u iets te zeggen.

Ook had Habulam aan Janik gelast, om zooveel mogelijk bij ons te blijven en hem alles over te brengen wat wij onder elkaar mochten praten. Als hij er naar vraagt, zeide ik, zeg hem dan dat gij ons niet verstaat, want dat wij in een vreemde taal spreken, die gij niet kent. Dat zal wel het best zijn. Nu moet ik echter weg, want het eten zal klaar zijn.

Hij bouwde een herberg, een Khan, en het laat zich dus zeer goed begrijpen, dat het huis, naar den eigenaar Karanirwan Khan genoemd werd en nog heden zoo heet. Scheitan, duivel! siste het wederom vanwaar Suef zich bevond. Murad Habulam wischte zich het zweet van het voorhoofd en zuchtte: Verwonderlijk, hoe gij uit een enkelen naam terstond een heele historie opbouwt!

Bejaz, de knecht, nam de touwen, waarmee Halef op de bank zou gebonden worden. Ik zag naar mijn makkers. Het was een lust om te zien, hoe kalm en vastberaden zij mij aanzagen. Kom, vlug! gebood Habulam. En daar Halef zich niet verroerde beval hij Bejaz: Vooruit en haal hem! De knecht trad op Halef toe.

Ditmaal zijt gij den beul ontkomen, omdat de Effendi een Christen is en genade voor recht heeft laten gelden, maar de dag is nabij, dat uw geheele bende haar welverdiende straf zal ondergaan. Uw dagen zijn geteld, want uw aanvoerder zal vallen door de dapperheid van den Effendi. Laat hij hem maar zoeken! zei Habulam hoonend. O, hij zal hem vinden; hij weet al, waar hij zit!

Halef nam de beide getuigschriften en ook de bekentenis, om deze documenten aan Janik te geven. En....? Hoe nu met het andere volk? vroeg ik. Habulam antwoordde niet terstond. Dat gedraai begon Halef te vervelen, en driftig riep hij. Laat ze naar den Scheitan loopen! Gij kunt anderen krijgen, die niets afweten van wat er vroeger gebeurd is. Jaag ze weg! En hoe verder ze van hier gaan hoe beter!

Ik had inwendig plezier in den tact, waarmede hij zijn rol speelde, en knikte hem goedkeurend toe, nadat hij het verhaal had gedaan en mij vragend aankeek om te weten of ik over hem tevreden was. Murad Habulam deed, alsof hij een en al verwondering was.

Toen Habulam mij zag, spreidde hij zijn tien vingers voor mij uit, en riep in doodelijken schrik: Hasa, si amahu Allah, God beware mij, God behoede mij! Ga weg, ga weg! Gij hebt den boozen blik! Alleen voor mijn vijanden, maar niet voor u! antwoordde ik. Neen, ik durf mij niet door u laten aankijken! Maak u niet bezorgd!

Hij had geen geluid gegeven; maar nauwelijks was de laatste slag gevallen, of hij riep: Raki, raki tabanlar Uzerinde dokyn, tschapuk, tschapuk, raki, raki op mijn voeten, vlug, vlug! Nu waagde Habulam het, om te spreken. Hij beval Anka, raki te halen. Zij bracht een flesch vol, Humun nam ze en stak allereerst hem den hals in den mond.

Daar gij het bekent, behoef ik hem niet te ondervragen. Weet gij, hoeveel slagen hij Humun gegeven heeft? Ik heb ze niet geteld. Het waren er minstens twintig, riep Humun. Goed. Ik heb er wel is waar maar een gekregen, maar Jammer genoeg! viel Halef hem in de rede. Ik wou, dat gij er dubbel zooveel als Humun gekregen hadt! Zwijg! beval Habulam met donderende stem.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek