Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juli 2025


Dat Habulam den Naam van den Profeet en het aandenken der Khalifen door zulk een valschen eed ontheiligde, dat maakte de aanwezige Mohammedanen woedend. Halef greep naar zijn zweep; een toornige uiting werd rondom gehoord. Humun was op zijn wonde voeten opgestaan, kwam aanstrompelen, spoog zijn Heer in het gelaat en zeide: Pfui-Hadje! Zijt vervloekt tot in alle eeuwigheid!

Wij gingen niet door het dorp, en in vijf minuten had hij ons op de plek gebracht en nam toen afscheid. Hem de hand reikende, vroeg ik, om de hoofdzaak niet te vergeten, hoeveel mannen van daar weggereden waren. Zij waren met hun vijven, maar alleen Manach el Barscha, den broeder van Habulam, kende hij.

De eene sprak en ik herkende Habulam aan zijn stem. Hij vloekte zooals ik het nog nooit van hem had gehoord. Hij zeide, dat er een groot vuur moest aangemaakt worden en men hem kleeren moest brengen. Ik geloof, dat het Humun was, tegen wien hij sprak. In de keuken begon het al spoedig te spoken. Allerlei kwaadaardige stemmen hoorde ik bij het knetterend en knappend vuur.

Toen ik nu mijn oog, even snel als onverschillig, naar den aangeduide liet dwalen, zag ik, dat hij zich ter halve hoogte, op één knie oprichtte en het voor hem belangrijke trachtte te zien en te hooren. Zijn oogen waren strak op Habulam gericht, en zijn gelaat was in de grootste spanning om toch geen toon of teeken zich te laten ontgaan.

Deze trok een van zijn pistolen uit zijn gordel, en legde aan, terwijl hij met zijn duim de beide hanen overhaalde. Verschrikt sprong Bejaz op zij en riep in grooten angst: O, Allah! Heer, de man schiet! Haal hem zelf! Lafaard! antwoordde Habulam. Ge zijt een reus van een kerel en gij zijt bang voor zoo'n dwerg? Neen, niet voor hem, maar voor zijn pistolen. Hij mag niet schieten. Op, mannen!

Ja, Effendi antwoordde de gevraagde. Wij kunnen ze terstond voorbrengen. Janik zal ook wel ingespannen hebben. Dan willen wij vertrekken. Rol mij tot voor de deur! Halt! riep Habulam. Wat zijt gij toch een opvliegend mensch, Effendi! Maak het kort, zeide ik driftig. Geef uw volk hun loon en laat ze gaan. Ik zou het wel doen, maar ik kan toch niet zonder goede bedienden!

Ik sprak eenige beleefde woorden van dank en verontschuldiging die hij afbrak met de verzekering, dat niet ik hem, maar hij mij dank verschuldigd was. De dragers hadden zich verwijderd, en de lijfknecht bracht pijpen en koffie. In het Oosten is men gewoon den rijkdom van een man te beoordeelen naar zijn rookgerei. Naar dien maatstaf was Murad Habulam een zeer rijk man.

Dan wil ik mij de moeite van het vragen besparen, want Humun zegt het mij stellig. Toen wij bij het voorportaal kwamen, zag ik hem tegen den muur leunen. Hij stond zóó, dat hij door de deur in den stal kon zien. Dus ook hij had ons zijn opmerkzaamheid geschonken. Wat wilt gij hier? snauwde hij ons toe. Ik wenschte Murad Habulam, uw Heer, te spreken, antwoordde ik.

O, Murad Habulam, wat een ontzettende domheid hebt gij nu weer begaan. Ik? vroeg hij verschrikt. Ja, gij! Hebt gij niet beweerd, dat gij het briefje niet kondt lezen? En nu zegt gij, het woord voor woord gelezen te hebben. Hoe is dat te rijmen? Heer, zeide hij verlegen, ik heb het gelezen, maar niet begrepen! Gij hebt gezegd, niets te hebben gevonden! En het briefje bevat slechts lettergrepen.

Denkt gij dat ik een schurk ben, waarmee men doen kan wat men wil! Niemand heeft het recht om mijn zakken te doorzoeken, en dat nog wel in mijn eigen huis! Waarschuwend hief Halef den vinger op. Murad Habulam, verzet u niet! Als gij mijn Effendi boos maakt, dan werpt hij u terstond den boozen blik toe en geef ik geen duit meer voor uw leven. Denk er om!

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek