Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 mei 2025


In Pruisen moet zoo iets aangevraagd worden; de daar wonende Nederlanders hadden al lang geleden permissie gevraagd en gekregen. Op de Noordzee wist men het groote nieuws eer dan in Amsterdam.« »Kom Gustaaf! geen studentenmopjes, welke »men« is dat? De kabeljauwen mogelijkvroeg Mevrouw. »Mama, het is volle ernst.

Kom nu maar gauw mee, om afscheid te nemen van je beste pleegouders en Jakob. Nu is je moeilijke tijd voorbij, nu ga je weer naar je ouders! Kom, die stumpers zijn al zoo lang in ongerustheid over je." 't Was net een jaar geleden, dat Gustaaf plotseling verdwenen was, en zijne ouders zaten treurig bij elkaar daarover te praten.

Geen wonder ook: de koe had hem zoo schrikkelijk ver van huis gebracht. In welk dorp stond dan het kasteel van zijne ouders? Neen, den naam van het dorpje kenden Mijnheer en Mevrouw ook niet. Waar lag het ergens? Ja, dat wist Gustaaf niet. Natuurlijk had Meester op school het hem wel verteld, maar Gustaaf vond leeren immers vervelend, dus wist hij er niets van. Maar hoe kwam hij daar toch?

Ze begrepen wel, dat er iets bijzonders met hem gebeurd moest zijn, maar wilden hem niet verlegen maken met er naar te vragen. Maar Jakob begon al dadelijk den volgenden morgen Gustaaf het "mijnheertje van de koe" te noemen. En nu ging het maar elken dag: "Zeg, moet je nog niet eens weer een ritje maken?"

Hunne wangen en hunne handjes verbrandden en zij zagen er uit als kleine nikkers, de Van Rijsseltjes, de beide jongens, Willy en Gustaaf, en Edmée en Kitty Howard.

Bij den eersten hap kon Gustaaf haast niet laten den neus een beetje op te trekken. 't Was maar gelukkig, dat hij den vorigen dag niets dan wat melk had gehad, en dus nu erg hongerig was. Na eenige dagen ging het hem met het eten, als met de klompen: hij raakte er aan gewoon. En hij zag ook, dat de boer en de boerin en Jakob ook lekker aten in het eenvoudige eten: dat hielp.

»Maandag, 23 Mei, slag bij Heiligerleezegt Lize met een blijden lach »en wij, Oranje ter eere! naar.... ja, waarheen? Wat is klaar, Gustaaf?« »De Dam pas Donderdagochtend, in de Kalverstraat is men nog druk aan 't werk. Gaat naar de nieuwe wijken, daar is veel gereed.

Mijnheer Tiedemann verklaarde zich vriendelijk bereid, den jeugdigen botanicus bij zich in huis te nemen, op voorwaarde, dat directeur Beckmann, hieraan zijn goedkeuring hechtte; deze had hiertegen geen enkel bezwaar. Tweede Hoofdstuk. Op de plantage Mulifanua. Den dag na onze terugkomst verliet mijn vriend Gustaaf Gaedecke Apia, om zich naar de plantage Vaitele te begeven.

»Je Hollandsche juffrouw zou zeker zeggen: »Ida, Ida, je moest zeggen: Dunkt het u ook niet? En is dat nette taal doodgaan?«« vroeg Gustaaf, die zijn courant neergelegd had. »Guus! ik ben hier niet in de leerkamer, gelukkig niet! Die Hollandsche lessen zijn wel de prettigste; maar onmogelijk kan ik altijd op mijn woorden letten

Hij zal een aardig speelkameraadje voor onzen Dolf zijn. Die is toch zoo dikwijls alleen." "Ik weet niet, wat ik van zijn verhaal denken moet," zei Dolfs vader, "maar als het jullie plezier doet, houd het kind dan hier." "Och, ja, Pa!" riep Dolf. "Dan kunnen we heerlijk samen spelen. Kom maar, Gustaaf!"

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek