Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


De twee jongens werden nu echte vrienden. In de avonduren, als ze allen gezellig in de kleine kamer zaten, haalde Gustaaf de boeken te voorschijn, die hij nog van Willem had, en dan zat hij met zooveel plezier te leeren, dat Jakob ook lust in leeren kreeg. Nu was Gustaaf de meester van Jakob; en, terwijl hij Jakob leerde, werd hem zelf alles nog veel duidelijker.

Wel deed ze hem het plezier aan, elk jaar op den verjaardag van zijne terugkomst over te komen om feest te vieren. Wie ook mee feestvierden? Raadt dat maar! Ik zeg alleen, dat Gustaaf ieder jaar een' brief schreef, om neen, meer zeg ik niet. Er was eens een kleine jongen, die dan toch wel zoo dolveel van mooie vertelsels hield!

Toen kwam Gustaaf natuurlijk weer met zijn verhaal van de koe, die hem op de horens genomen had. Maar hij vertelde alles met eene erg verlegen stem, omdat hij al bang was, dat de koopman hem ook niet gelooven zou, evenmin als de vader van Adolf. En welke gebreken Gustaaf ook had, hij sprak altijd de waarheid, en hij vond het dus verschrikkelijk, dat iemand hem voor een' leugenaar hield.

Nu kwam de boer buiten met eene lantaarn, 't Was een groote dikke man, met booze oogen en een streng gezicht. "Ik neem geen bedelaars in huis," zei hij. "Maak, dat je wegkomt, jij met je schrale koe, of je krijgt het met mij te doen." "Je moet hier blijven," zei de koe zonder zich aan de dreigementen van den boer te storen. "Heb medelijden, beste Mijnheer," .... smeekte Gustaaf.

En was de vrouw van 't huis maar zoo lief en goed geweest tegen de dienstboden als zijne eigen moeder. Maar neen, 't was maar: "haal mij dit!" en "breng mij dat!" en de kleur sloeg Gustaaf uit, als hij er aan dacht, dat hij zelf vroeger ook op zoo'n toon tegen de dienstboden gesproken had. Nu kon hij 't ondervinden, hoe naar het was zoo ruw toegesproken te worden.

Goedenmorgen! groette Eline vroolijk. Wat, ben je al opgestaan? Nu dat is vlug, hoor! Kom je gauw? Dadelijk, ik ben zóó klaar.... Dag Eline, dag Eline! riep een nieuwe stem van buiten. Eline zag uit en bespeurde Gustaaf, een mooi ventje van tien, met een paar brutale, blauwe oogen, een echte straatjongen, met niet te wasschen vuile handen en komiek als een clown. Dag Gus, riep zij.

Naar de landsdrukkerij fietsten Gustaaf en Willem, daar verscheen om 10½ uur een buitengewoon nummer van de Staatscourant luidende: »H. M. de Koningin is hedenmorgen door Gods goedheid voorspoedig bevallen van eene PrinsesVolgen de bulletins.

Zoo mooi is het leventje, dat ik nu heb, niet." De koe schudde den kop. "Nooit tevreden!" zei zij. "Als ik je ergens anders breng, zal je 't eerder minder dan beter hebben, mijn jongen." "Dat kan me niet schelen!" riep Gustaaf. "Alles liever dan de knecht te wezen van dien naren Willem." 't Was of Gustaaf op eens niet meer bang voor de koe was. Hij greep de horens en wipte op haren rug.

"Wel zeker!" riep de kindermeid, "ik zou mij stil houden voor zoo'n jongen! Kom aan, ga nu maar gauw onder de dekens, en wees dankbaar, dat je een bed krijgt, om in te slapen. En nu in 't vervolg beleefd, hoor, of het zal je slecht bekomen." Met draaide ze het licht uit, stapte naar de deur, en een oogenblik later hoorde Gustaaf den sleutel buiten in 't slot omdraaien. Nu was hij alleen.

Nooit, nooit gaf de vrouw hem een vriendelijk woord, nooit deed ze iets aardigs voor hem. Eens op een' dag gaf ze Gustaaf een' appel, die begon te rotten. Dat was de eerste keer, dat Gustaaf eene lekkernij kreeg. En hij was er dankbaar voor. Ja, dat niemand hem eenige liefde bewees dat was het ergste.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek