Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
"Je hebt hier niets te koop, en je mag blij toe wezen, dat wij je eten en drinken willen geven voor niets. En nu aan 't werk." Toen werd Gustaaf een bezem in de hand gestopt en moest hij het geheele huis vegen. O, wat voelde Gustaaf zich vernederd! Hij, het voorname zoontje van zoo'n rijken heer met een' veger aan 't werk! Wat voor een leven stond hem nu te wachten!
Och, neen, ze waren allen aan die eenvoudige kleeren gewend; ze pasten bij het huisje, en daarom moest Gustaaf ze ook dragen. De vader en moeder van Jakob waren brave menschen, streng voor een ander, maar ook streng voor zich zelf. Zelf waren ze met weinig tevreden, en een ander moest dat ook zijn, dachten ze. Och, wat voelde Gustaaf zich eerst verlegen in die ongewone kleeren.
»Hun hoofd is op hol, ze denken om eten noch drinken dezer dagen.« »Dat zul je hooren, en we zijn vóór 12 thuis; ga maar heen we passen wel op ons zelf.« Gustaaf vond het voor Louis wel wat gewaagd in die drukte en bleef bij hem.
"Die hebben wij opgegeten, hé Gustaaf," zei de fee lachend. Dat geloofde Zus dadelijk; want Gustaaf was zoo groot en dik geworden en van koeien eten daar kun je immers wel groot en dik van worden, meende Zus. Van dien tijd af was Gustaaf geen Jan verdriet meer voor iedereen, en dat maakte hem zelf nog het meest gelukkig.
Eene koe had hem op de horens genomen en daar neergelegd. "Wat zijn dat nu voor praatjes?" zei Mijnheer; en Gustaaf vond het zoo naar, dat zelfs Dolf ongeloovig lachte bij zijn verhaal van de koe. "Nu," zei de mevrouw, "'t kan dan ook niet schelen, waar hij vandaan gekomen is en hoe hij hier is gekomen, we zullen hem hier vooreerst maar houden.
Zij verwierven zich den roem, ook in militaire zaken, het eerst eene goede orde gebracht te hebben. De organisatie hunner zee- en landmacht was zoo voorbeeldig, dat Christiaan V van Denemarken, Gustaaf Adolf van Zweden en andere Koningen, vele grondstellingen over krijgs- en legerzaken van de Hollanders overnamen.
De bedienden en de buren, allen stormden bij het groote nieuws maar zonder bellen of kloppen de deur binnen, en de knecht, die er bij geweest was, toen Gustaaf door de koe op de horens genomen werd, zat op een' stoel bij de deur van blijdschap te schreien. Het kleine Zusje, dat Gustaaf niet goed meer kende, vroeg: "Maar wat heb je nu met de koe gedaan? waar is de koe gebleven?"
Maar Dolf was zoo vriendelijk en aardig, en het was in den vroegen morgen zoo frisch en vroolijk buiten, dat Gustaaf zijne boosheid vergat en dacht: hè, wat is het 's morgens vroeg toch mooi buiten. Dat heb ik nooit geweten. Neen, dat had hij ook nooit geweten; want thuis stond hij altijd zoo laat op, als hij maar wilde.
»Achteruit gaat hier beter, dan neemt een ander je mooie plaats!« spotte Jan. »'t Doet er niets toe, die ten paleize dan, zei tegen mij, toen ik hem vroeg wat die schermhandschoenen daar moesten doen. »Jongenheer, die zijn van mijnheer Vincent om de klokken te laten spelen, anders zou mijnheer zijn handen stuk slaan, om die groote, zware klokken te doen bewegen,« dus Gustaaf....«
"Och, als ze mij nu eens weer naar mijne ouders bracht," dacht hij, en een traan rolde hem over de wangen. Nu voelde Gustaaf toch, hoe lief hij zijne ouders had. 't Was donker, toen de koe eindelijk staan bleef. "Ziezoo, we zijn er," zei ze. De schrik sloeg Gustaaf om 't hart. Bij 't licht van de sterren zag hij eene vervallen hut.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek