Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juli 2025
Doch Uilenspiegel hernam: Gij drinkt al veertig en ik nog maar negen jaar; gij hebt al genoeg gedronken en mijne beurt is gekomen. Geef mij den beker en neem gij het kroezeken. Zoon, sprak Klaas, men giet geen vat bier in een vaatje over zonder morsen. Nu ga dan te werk met verstand en giet uwe kan in mijn tonne, want mijn buik is grooter dan uw beker, antwoordde Uilenspiegel.
Is na verloop van dien tijd het vleesch goed uitgekookt, dan giet men het door eene haarzeef en neemt later het bezinksel en het vet weg. Om morieljes te prepareren.
Abrikozen met geslagen room of met vanillevla. Handel met versche abrikozen als in R. 264 en met gedroogde als in R. 265 is voorgeschreven. Giet het nat van de vruchten af, bindt het tamelijk dik met maizena en handel verder als in R. 263 voor aardbeien wordt voorgeschreven.
Er wordt dus in het algemeen slechts weinig gegoten; wanneer men echter giet, moet men goed gieten, d.w.z. zóó dat het water goed door de geheele kluit heendringt en ten slotte door het drainage-gaatje wegloopt. Men moet nooit met versch, koud water, doch altijd met lauw water gieten.
Tot dit einde laat men dit eerst opgegoten water wegloopen door eene opening, die onder in den bak gemaakt is, men wascht de Koffy, en giet 'er zuiver water op, dezelfde bewerking tot drie malen toe herhalende; want om te kunnen zeggen, dat de Koffy wel gewasschen is, moet ze in het aanraaken ruw zyn.
Daar wordt dan de arme twintigjarige ik weet het best, lieve vriend! plotseling "te groot voor de aarde", die hij niet kent, te verfijnd van gevoel voor genoegens, welker grofheid hij slechts onderstelt; dan giet hij den frisschen beker ledig, die hem zou verkwikt hebben; dan leeft hij een aangetrokken dichterlijk leven; maakt misschien slechte, zinledige woordenschermutselingen op rijm, waarin komt van: "'t stof te verachten, op adelaarspennen, der zon in 't aangezicht", en van allerlei visioenen, die een goed dichter nooit gezien heeft; en intusschen slaapt de waarachtige poëzie, die binnen in hem is, den gedwongen doodslaap in.
De visch wordt gekookt, opgedaan, en dan giet men er de volgende saus overheen: Ruim 2 m. witte wijn, half zoo veel water, een goed stuk boter, 2 citroenschijven, wat foelie en een theelepeltje vol aardappelmeel worden te zamen gekookt en dan met eenige eijerdoijers gebonden; ook voegt men er kappers bij. Gebraden zalm.
Men legt den haas, met twee kalfspooten, benevens wat uijen, kruidnagelen, foelie en laurierbladen gedurende eenige dagen in azijn, bedekt hem met graauw papier en keert hem dagelijks. Dan giet men het nat door eene zeef en braadt den haas, met de pooten, daarin; als deze laatsten half gaar zijn, worden zij er uitgenomen en men laat het vleesch verder braden, doch niet al te sterk.
De appelen die week zijn geworden neemt men er gaandeweg uit, en vervangt ze door anderen; als het noodig is, giet men er op nieuw wijn met suiker bij, en ook het sap, dat uit de gaar geworden vruchten lekt, wordt onder in de pan gegoten.
Men neemt 1 p. aardbeziën, drukt die in een steenen schotel met een lepel fijn, doet ze dan in eene flesch of een pot, dien men goed kan sluiten, en giet er eene flesch goeden rhum op, waarmede men ze 2 of 3 dagen laat staan, terwijl men het mengsel in dien tijd verscheiden malen moet omroeren. Dan laat men het door eene haarzeef loopen, en wringt het overblijvende door een doek.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek