Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juli 2025
Dan slaat men den room, op eene koude plaats, met eene garde en schept het schuim dat men krijgt er af, om het op eene haarzeef te laten uitlekken; men zet de zeef op een schotel en giet den room die er uitloopt weder bij hetgeen dat men nog slaan moet; zoo gaat men voort, tot alles tot een stijf schuim geworden, op de zeef ligt; men laat er de vanille tot het laatst toe in.
Um in de kamer te komen, mut ie, as de deur lös giet, voort in 't bedde en der weer oet um de deure digt te maken. 't Kamertien hef een raompien met 4 roeten, die 't oetzigt geeft op 't varkenshok, dat hum nog wel is wat opmuntert. Nou gef de man ook niet meer dan 35 stuuver huure in de maond, maor ik verdiene ze wel met springen zeg ie.
Men beprikt ze rondom met een scherp aangepunt houtje, en legt ze 14 dagen in koud water, dat gedurende dien tijd driemaal daags ververscht moet worden. Dan kookt men ze, giet, als zij half gaar zijn, het water er af, en versch er op, waarna zij geheel zacht worden gekookt, om nogmaals een nacht in versch koud water gelegd te worden.
Men zet het hoen met het hart en de maag er bij, in het water op: men voegt er een weinig zout bij en laat het dan op een levendig vuur koken, schuimt het, giet den bouillon door eene zeef, doet er wat gebrand meel en eene kluit boter ter grootte van een kippenei in en kookt ze dan, goed toegedekt, zacht maar onafgebroken, gedurende 3 uren, de lever mag alleen de laatste 5 minuten medekoken.
Men giet dit alles over de appelen, zet den schotel terstond in den oven en laat hem 1 uur bakken. Gewone appelprol. 2 1/2 o. meel, 6 1/2 l. boter, 2 1/4 m. melk, 2 spijslepels suiker, 6 eijeren, wat citroenschil en 1 theelepeltje zout, worden behandeld volgens No. 14.
De zeer jonge boonen worden gedopt, maar niet gewasschen, en in goed gespoelde wijnflesschen gedaan, die men verder vol giet met koud geworden pekel, zoo sterk, dat er een ei op drijft. Zoo laat men ze anderhalven dag staan om uit te gisten, vult ze dan, voor zooveel noodig is, met pekel aan, kurkt en harpuist ze. Jonge gedroogde erwten.
Zoo laat men het een nacht toegedekt staan; den volgenden dag maakt men het sap aan de kook, legt de stukken vruchten er in en laat ze een oogenblik medekoken, tot zij eenigzins doorschijnend, maar toch niet week worden. Daarop legt men ze in de flesch, kookt het nat tot stroop en giet het koud over de vruchten.
Als de tijd van de groote voorjaarswasch komt, laat gravin Märta haar aan de tobbe in 't waschhok staan. Zij komt zelf om op 't werk toe te zien. "'t Water in je tobbe is koud," zegt zij, neemt kokend water uit een pan en giet het haar over de bloote armen. 't Is een koude dag, als de waschvrouwen aan het meer moeten staan en het goed uitspoelen.
Het uitgedropen sap laat men met wat suiker nog een weinig verdikken, en giet het bij het opdragen van de taart, over de vruchten. Men bakt de taart vijf kwartier bij den eersten warmtegraad. Taart van gedroogde pruimen.
Om te voorkomen dat de jus te bruin of branderig wordt, legt men van tijd tot tijd een stukje boter in de pan en giet er een kopje kokend water van ter zijde in. Een kwartier vóór het opdoen voegt men een paar kopjes melk bij den jus, en roert, nadat het gebraad er uitgenomen is het aanzetsel uit de pan met wat koud water los, waarmede men het nog een oogenblik laat doorkoken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek