United States or Oman ? Vote for the TOP Country of the Week !


De bessen worden uitgeperst, en het sap den volgenden dag van het bezinksel in schoone flesschen gegoten, die men, om te gisten, open in de zon of op eene warme plaats zet. Men kurkt ze als de gisting geheel heeft opgehouden. Deze azijn geeft een fijnen smaak aan de salade die men er mede bereidt.

Als alles te zamen weder aan de kook is, laat men het nog 8 of 10 minuten doorkoken, roert tot het koud is, en giet het in flesschen, die men met een papieren stop voorziet, zóó drie dagen in den kelder laat staan, en daarna kurkt en harpuist. Blaauwbessenmoes. Men moet alleen zeer rijpe, mooije en dikke bessen nemen en die, na ze tweemalen gewasschen te hebben, op een doorslag laten uitdruipen.

Daar de bessen onder het koken zeer slinken, neemt men eene van de flesschen, om daaruit de overige aan te vullen, tot op een paar vingers onder den rand. Men giet er dan een theelepel rhum of arak op, kurkt de flesschen, en bezorgt ze met eene blaas of met harpuis; zij worden best op eene donkere plaats bewaard.

Kruisbessen neemt men half rijp, en ontdoet die, zonder ze te kwetsen, van stelen en kroontjes; kersen mogen rijp, maar niet gebarsten zijn; men trekt er de stelen uit. Kruisbessen in water. Men doet de kruisbessen, gewasschen, in goed gespoelde flesschen, en vult die verder met gekookt en koud geworden regenwater, waarna men ze kurkt en harpuist.

Met welgevallen beschouwt hij de flesch tegen het licht der lamp, en terwijl hij met zijn duim en voorvinger tegen den buitenkant der flesch een zekere hoeveelheid van den inhoud afmeet, schenkt hij het vocht in het glas en kurkt de flesch weder dicht, nadat hij met zijn tong den druppel, die aan den hals bleef hangen, heeft verwijderd.

Deze zet men gedurende 14 dagen open in de zon of op eene warme plaats om uit te gisten; dan kurkt men ze en bewaart ze. Men kan dit sap voor punch of saus, in plaats van citroensap, gebruiken. Peren in suiker. Tegen 5 o. peren rekent men 3 o., 7 1/2 l. suiker en een stuk ingemaakte gember van een vinger lang, of bij gebrek daaraan, eenige stukjes drooge gember.

De zeer jonge boonen worden gedopt, maar niet gewasschen, en in goed gespoelde wijnflesschen gedaan, die men verder vol giet met koud geworden pekel, zoo sterk, dat er een ei op drijft. Zoo laat men ze anderhalven dag staan om uit te gisten, vult ze dan, voor zooveel noodig is, met pekel aan, kurkt en harpuist ze. Jonge gedroogde erwten.

Dan kookt men 11 m. goeden wijnazijn en giet dien daarop. Als alles koud is geworden, bindt men den pot goed digt en zet het te trekken; na verloop van twee of drie weken giet men het nat af in kleine flesschen, die men goed kurkt, en dan kan er op dezelfde kruiden nog eens gekookte azijn worden gegoten.

Postelein wordt gewasschen, en met het water dat er aan hangen blijft gesmolten; dan doet men ze in wijnflesschen en zorgt dat zij door een paar vingers breed nat zijn bedekt, waarna men ze kurkt en harpuist. Zuring maakt men even als postelein in, maar men kan die in flesschen met wijde halzen doen en ze met eene laag boter of schapenvet er boven op, bewaren.