Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juli 2025


Dan neemt men het vleesch uit het nat, en giet dit door eene zeef, waarna men het tot den volgenden dag wegzet. Uit het vleesch zelven neemt men de beenderen, en als het koud geworden is, snijdt men het aan fijne reepjes, met uitzondering van het rundvleesch, dat niet gebruikt wordt.

Is het noodig, dan giet men er tusschenbeide nog eenig kokend water bij, en een kopje melk geeft aan den jus een zeer aangenamen smaak. Als het vleesch uit den pot is genomen, giet men den jus door eene zeef, laat hem dan nog even weder aan de kook komen, en geeft dien bij of over het gebraad.

Dan legt men weder een laag rolpens en zoo voort, tot de schotel vol is. Men giet een kommetje warm water langs de kanten er in en laat het, met een weinig vuur er onder, ruim twee uren in den oven gaar worden. Rigolette. Het geklopte eiwit wordt over alles heen gestreken en men laat het in den oven bruinen.

Men kan deze gelei ook van witte gélatine maken, waarvan men dan 3 l., 3 w. oplost, die men daarna tot aan de kook brengt, met 1 flesch witten wijn, 2 1/2 o. suiker, het sap van 2 citroenen en het aftreksel van de schillen; dan giet men het door een doekje.

Als het begint te koken, druppelt men er het sap van 1 citroen in, laat alles te zamen eenige minuten doorkoken, giet het door een doekje, voegt er dan 3 glaasjes rhum of arak bij, en laat het in glazen, op schoteltjes of in een vorm koud worden. Gelei met vruchten.

Dan giet men er rooden wijn in, en wel eene gelijke hoeveelheid als die, waartoe het water op de sago is verkookt, voegt er de noodige suiker en wat gestooten kaneel bij en laat de soep nog even opkoken. Men presenteert er beschuit bij. Soep van paarlgarst met witten wijn.

Voor ieder ei rekent men 1 lepel melk of water, wat zout en een klein kluitje boter. Men klopt de eijeren met de melk en het zout, laat in een aarden pannetje de boter even bruin worden, giet de eijeren er bij, en roert alles goed over den bodem strijkende, op het vuur tot het dik wordt.

Dan giet men het sap van het bezinksel af, weegt het en zet het te vuur met half zooveel gewigt aan suiker, om het, onder bestendig schuimen, te koken tot het helder is; het zal dan ongeveer tot op een vierde verkookt zijn. Men neemt het af, laat het een nacht staan, en vult er de flesschen mede.

Dan giet men er kokend water bij, genoeg om het stuk bijna ter helft te bedekken, en sluit den pot schielijk, opdat de wasem niet verloren ga; men voegt er dan ook de marinade bij, en laat het 2 1/2 uur, langzaam maar onafgebroken, smoren; in dien tijd moet het eenmaal worden gekeerd, maar op het laatst telkens, voorzigtig, zonder dat men er in prikt, van den bodem worden opgeligt.

Als het koken opgehouden heeft, giet men het water uit den pot, dien men stevig met zand en asch uitboent, schoon omspoelt, afdroogt en herhaalde malen aan de binnenzijde met spekzwoord inwrijft. Op deze wijze maakt men niet alleen den pot zeer schoon, maar ook glad en glimmend, terwijl alles wat er in gekookt wordt wit blijft.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek