Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 november 2025
Zonder op de overmacht der vijanden te letten, liet Turenne nu zijne soldaten, in gesloten gelederen, onder het slaan der trommels en het schetteren der trompetten, ondanks het geweldig vuur der duitsche kanonnen, naar de bevrozen rivier oprukken. Men trok over de rivier en viel op den vijand aan, die wankelde, week en weldra in wanorde terugtrok.
Nu klinken die kreten weer doffer. Men had de deur gesloten. Nochtans de woorden, die hij somwijlen met verheffing uitgalmt, zijn wel verstaanbaar te midden van een klankenvloed zonder samenhang treffend gelijk plotselinge ratelslagen bij het doffer dondergerommel van verre. Jacoba's hart bonst met pijnlijk geweld.
Omstreeks kwartier over drieën hoorden de wachtenden veraf het rollen van den trein, en kort daarop zagen zij de felle lichten van de machine. Old Firehand hield het vuurgat gesloten, zoodat hij en de drie andere personen niet duidelijk gezien zouden kunnen worden. Nauwelijks honderd passen van het vuur af, gaf de machinist, als gehoorzaamde hij aan een plotselingen dwang tegenstoom.
En op die poppen, schandpalen voor de verraders, las men de namen van den markgraaf van Harrault, bevelhebber van de versterkte plaats Philippeville, die oorlogsmunitie en mondbehoeften vermorste, om naderhand de plaats aan den vijand te leveren, onder voorwendsel dat hij gebrek had aan leeftocht; dien van Belver, dewelke Limburg overgaf, alswanneer de stede het nog acht maanden volhouden kon; dien van den voorzitter van den Raad van Vlaanderen; van den magistraat van Mechelen, die zijne stede bewaarde voor don Juan, van de heeren van het Rekenhof van Gelderland, dat gesloten was uit hoofde van verraad; van die van den Raad van Brabant, van de kanselarij des hertogdoms; van den privaten raad en van den raad van financiën; van den hoogbaljuw en burgemeester van Meenen; van de slechte buren van Artesië, die ongehinderd twee duizend Franschen doorlieten, dewelken hier kwamen plunderen.
Het had hem moeite genoeg gekost, zoo 'n schat bij elkander te krijgen, en menige leelijke daad had hij daarvoor op zijn geweten genomen. Maar toch had hij het lief, zoo lief, dat hij het voor geen gerust geweten had willen ruilen. Elken avond, als deuren en vensters goed gesloten waren, zat hij te tellen, en dan glinsterden zijne oogen van begeerte en genot.
Moeten wij nog verder zoeken? Neen, de groeve is ommuurd. Ommuurd? Men heeft den ingang gesloten, en wij kunnen onmogelijk daar binnen komen. Maar wat dan? Wat nu, niet waar? Ik weet het niet en er schiet ons niets anders over dan hier te sterven. O, meester! Ja, gij wilt niet sterven; gij zijt jong en aan het leven gehecht: welnu, gij kunt loopen; ga uw gang. Maar gij dan?
In het ergste geval werd hij door de excommunicatie buiten de gemeenschap der kerk gesloten: als vogelvrije zwierf hij rond en, bekeerde hij zich niet bijtijds, dan wachtten hem de verschrikkingen der hel, door een middeleeuwsch monnik samengevat in een vers dat reeds aan de tong een voorsmaak van dat lijden geeft: Pix, nix, nox, vermis, flagra, vincula, pus, pudor, horror.
De oude tuinman, die toegewijd z'n kleine potjes in de zon droeg, knikte vriendelijk van: "heerlijk weertje," opende daarna gedienstig het hek;.... maar toen ze op 't Rapenburg liepen, nog stil-gelukkig om de mooie wereld, speelde het opeens kwart-over, en met gilletjes van schrik en kinderlijke pret hólden ze op de groene deur toe, de kille gang door, bleven dan huiverend staan voor 't gesloten lokaal, waar de professorsstem al uit opklonk; en eindelijk, binnendringend, verlegen en buiten adem, zagen ze de eerste rij stoelen open, hun cahiers op de verlaten tafeltjes, en ze begonnen te lachen, en de jongens proestten, en de professor lachte ook, en keek op z'n horloge, en naar 't stoffige raam, waar de zon zoo tergend-mooi door schilferde,.... en, even z'n hoofd schuddend, recapituleerde hij nog maar 's, wat hij zooeven gezegd had.
De kist is gesloten en de sleutel is goed bewaard en wordt niet gebruikt. Geen sterveling mag een oog in die kist slaan. Niemand weet wat er in is. Eerst als de negentiende eeuw haar einde nadert wordt de sleutel in 't slot gestoken, de deksel opgelicht en de schatten die daar verborgen zijn aan menschenoogen vertoond. Zoo heeft de eigenaar van de kist het beschikt.
Had Jan niet zelf gezegd, dat Gerard en weerwolf voor eeuwig een verbond hadden gesloten? Nadat ze dit had verklaard, schrompelde eenige seconden het lichaam van den boer inéén. Hij werd een grijsaard, voor wien de dood licht moest zijn; uit zijn oogen week alle glans, de groeven om zijn mond werden diep, zijn handen begonnen te beven. Het vreeselijk vermoeden begon in hem te leven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek