Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


"Stil!" zeide de Onderschout: "het past niet zulke dingen aan te merken in 't bijzijn van 's Graven ambtenaar." "Ik zeg niets kwaads," hernam Claes Gerritsz: "de Graaf is een wijs en dapper man, maar dat hij dien sleep van bloedzuigers uit vreemde landen heeft met zich gebracht, dat moge hij voor God verantwoorden."

"Bij onzen heiligen Patroon!" zeide meester Claas Gerritsz., die zich ingevolge zijn betrekking van marktschrijver recht tegenover den zetel der Gravin een aardig afgesloten hokje had laten timmeren: "ik geloof dat de Graaf tevreden zal wezen over de wijze, waarop wij alles geschikt hebben."

»Kom, wat een dwaasheid!" viel Jan Gerritsz in. »Hopman Wybe Sjoerds is naar Alkmaar vertrokken zonder daartoe bevel te hebben ontvangen, en je zult eens zien, hoe gauw hij weer hier terug is. Denk je, dat hij voor zijn pleizier aan de galg wil komen? Ze zullen het hem in Alkmaar wel duidelijk maken, dat het zijn plicht is, hier te blijven.

Moeder Fijtje alleen lachte niet van ganscher harte mede, want zij vreesde, dat de beleedigde mannen niet zouden nalaten zich te wreken. En voor die vrees bestond veel grond, want de watergeuzen waren er de mannen niet naar, om een geleden hoon ongewroken te laten. En dubbel beangst gevoelde zij zich, nu Marten straks naar Saardam moest, om boter en eieren naar Jan Gerritsz te brengen.

"'t Is de goede tijd niet meer," zeide Claes Gerritsz, het hoofd schuddende: "het schijnt wel, dat de ingezetenen niets meer hebben in te brengen."

Claes Gerritsz trad bedremmeld terug, toen hij den norschen oogopslag des Frieschen edelmans ontmoette: maar de boschwachter Walger, die door zijn beroep meer gewoon was, met edellieden evenals met kameraden om te gaan, nam het woord op: "Deze snaak veroorzaakte hier opschudding: en daar het ongeoorloofd is, messen te dragen, althans te trekken, binnen het rechtsgebied van Haarlem, zoo brachten wij hem naar den Schout: en wij zouden u raden, Jonker! u hier niet tegen te verzetten, of het kon ook met u slecht afloopen."

Zeker was het verkeerd in den knaap, zoo onverzoenlijk te zijn; maar wanneer men bedenkt, hoe Jan hem had behandeld, toen hij daar hulpeloos in den tuin van baas Gerritsz lag en daarbij in het oog houdt, hoe hij, toen Jan in gevaar was, zijn leven niet te kostbaar geacht had om zijn vijand te redden; dan kan men het onzen Pieter niet kwalijk nemen, dat hij zich zoo onverschillig omtrent den goudsmidsjongen gedroeg.

"Mijn eerste boodschap was aan zekeren Ambtman des Graven, Claes Gerritsz genaamd," zeide Deodaat. "Begeert gij dien te zien?" Deodaat knikte toestemmend. "Zie uit dat kruisraam en gij zult hem ontdekken," zeide Adeelen, met een woesten glimlach.

Ik denk, dat ze in doodelijke onrust over je zijn." "Ik kan niet opstaan, Evert!" antwoordde Pieter. "Ik heb mijn voet verstuikt, misschien wel gebroken." "Nog fraaier! Wat me die jongens toch uitrichten!" zeide baas Gerritsz hoofdschuddend. "Maar zeg eens, knaap! Wat doe je in mijn tuin? Als het in den appel- en perentijd was, zou ik zeggen, dat je fruit hadt willen stelen. Die is er niet.

Soms werd het privilegie verleend aan de kinderen of de weduwe van den schrijver; in 1585 kreeg "Alijt Meynaerts, arme desolate weduwe wylen Adriaen Gerritsz. ... met hare kinderkens" octrooi voor de "kaerten, Instrumenten ende Practijcquen" die haar man had achtergelaten . Doch er zijn ook gevallen, waar volstrekt geen reden is te vinden, waarom het privilegie nu juist aan dien bepaalden persoon en niet aan een ander wordt verleend.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek