Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
"Ach, baas Gerritsz!" smeekte Pieter. "Dat zult gij toch niet doen. Denk eens, welk een schande voor vader en voor mij!" "Schande!" riep baas Gerritsz uit, terwijl hij zich heel boos hield. "Wat! schande? schande is het, als iemand over schuttingen klimt om op eens anders eigendom te komen. Dus geen genade voor jou. Ik laat je door schout en dienders de deur uithalen."
En uren lang tuurde men in de richting van het Zuiden, naar Amsterdam, of wellicht de vijand in aantocht was. Maar toen de morgen verstreek, zonder dat er eenig onraad van dien kant dreigde, werd men langzamerhand rustiger, en keerden de Saardammers naar hun arbeid terug. Ook Heer Jan Gerritsz had zich vergewist, of er eenig gevaar te duchten was.
"De Heeren zien dus," zeide ik, "dat deze depositie met mijn verhaal overeenkomt, en dat ik naar het duin was gegaan om Sander Gerritsz te zoeken. Hier is bovendien de brief, dien ik te zijnen behoeve aan Kapitein Holmfeld geschreven had."
Zie, schrik en ontsteltenis stonden hun op het gelaat te lezen, en de kinderen lieten hun luid jammergeschrei hooren, terwijl de vrouwen snikten. De mannen liepen voort met gebalde vuisten; hunne gelaatstrekken teekenden woede en wraaklust. »Wat is er gebeurd?" riep hij de menschen toe. »Ja, wat is er gebeurd?" riep Heer Jan Gerritsz, die eveneens opgestaan was.
"Wie is daar?" vroeg de marktschrijver, ontevreden. "De Friesche Ridder," antwoordde de smid: "dien gij achter de tralies geplakt hebt. Mij dunkt, uwe tijdingen zijn niet van de allerjuiste. Wie weet of die Ridder Deodaat, dien gij doodmaakt, ook niet nog verschijnt." "Maar is het waarlijk de Fries?" vroeg Claes Gerritsz, nog steeds ongeloovig.
"Wat mocht hij vertellen," riep Claes Gerritsz: "een vreemdeling mag niet tegen een burger gehoord worden, volgens artikel II van het Pr...." "Antwoord wanneer men u vragen zal, Haarlemmer mug!" duwde hem Seerp Van Adeelen met bitsheid toe: "of," vervolgde hij, hem met een donkeren blik aanziende: "kunt gij mij zeggen, wie hier de stoutheid heeft gehad een dienaar van den Olderman te knevelen?"
Om echter niet terstond door baas Gerritsz bemerkt te worden, sleepte hij zich voort tot achter een bloeiende jasmijn, die hem kon verbergen voor ieder, die den tuin binnentrad. Als dan vrouw Gerritsz of een der kinderen in den tuin kwam, kon hij ze aanroepen en die zouden bij hunnen vader wel voor hem spreken.
Verburg, 't waren zoo ter dier gelegenheid als bij twee latere, leden uit het burgemeesterlijke geslacht van Loen en uit dat van Boel, welks bloed door de aderen van al de toekomstige Amsterdamsche Patriciërs stroomen zou; 't waren in de 15de de regeeringsleden Bartel Doos Dirksz., Jan De Waal, Jacob Van Berck of Berge, Meeuw Gerbrantsz. en Arent Barendsz., en de Apotheker Huygen Jansz. en Geert Jacob Bickersdochter zijn huisvrouw; de Priesters Willem Bruynincx en Pieter Bije Jacobsz. en Katharina Bicker, Weduwe Meeuw Gerbrantsz; in de 16de de Priesters Willem Cloes en Vechter Dirksz., de Weduwe van Jan Duijn, Anna Bruning, Niclaes Steyn Niclaesz., man en voogd van Wendelmoet, dochter van Heijman Van IJlp; 't waren op min bekende tijdstippen Gerijt Paeuw, Grebber Dircksz., Albert Gerritsz., Jacob Florisz., Steven Reijersz. en zoovele anderen meer; maar onder al die namen, min of meer bekend, ja, waarvan sommigen later beroemd werden, geen, die niet aan nederige poorters of ingezetenen behoorde geen enkele naam van eenig, 't zij wereldlijk, 't zij kerkelijk Vorst of Heer wat zelfs te Amsterdam met opzicht tot een paar andere kerken het geval is verbindt zich aan de stichting of voltooiing der Nieuwekerk, maar, even gelijk de Burgerstand, aan wien zij haar opkomst te danken had, den Adel boven 't hoofd wies, evenzoo verhief zich haar roem boven dien van menige andere kerk, die op aanzienlijker stichters bogen mocht.
»Goeden morgen!" klonk zijn groet, toen het aan den kleinen steiger aanlegde en de roeiers er uitstapten. »Ha, dat is goed volk: Heer Jan Gerritsz en Marten Florisz. Wees me van harte welkom!" Hij ging zijn gasten voor naar de gelagkamer, een klein, laag vertrek, met een paar houten tafeltjes en eenige zeer eenvoudige stoelen.
Kwam echter Gerritsz zelf, dan kon hij zich stil verborgen houden, tot de gelegenheid om zich te ontdekken gunstig was. Het zal ongeveer halfvijf zijn geweest, toen hij in het huis naast zich een buitengewone opschudding hoorde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek