Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 mei 2025


Het glad stroomende water bruiste om haar op en schuimde en zij hief haar ietwat hijgende hoofd omhoog, de oogen verwilderd van den sterken stroom, dien zij tegen op moest zwemmen.... Toen een schaterlachen van boven weêrklonk. Gawein, verbaasd, keek op en hij zag aan den oever van de rivier, waar hij was afgesprongen, een jongen herder, tusschen zijne schapen.

Harde, herhaalde Gwinebant met een zekeren spijt, ook al vergat hij nooit Ysabele. Gawein! riepen de beide jonkvrouwen uit. Maar is hij ook niet van Tafel-Ronde? Gewes en zeker, bij Sint Michiel! riep Gwinebant. Bij Sinte Marië, Koninginne van Hemelrijk, voegde waardig Lancelot er aan toe. Wij kennen hem, zeide Ydeleine schalk. Wij kennen hem beiden, zeide Belleflore nog schalker.

Toen legde hij het hoofd neêr zacht in het gras en knielde bij Gringolette en bad. Zijn zwaard had Gawein bij Gringolette's doode hoofd gestoken in de aarde en het kruis van het gevest teekende zich af in het vage licht van de nacht als een heilig symbool van bewaking. En Gawein betreurde, dat hij geene kaarsen ontsteken kon rondom het dierbaar lijk....

Toen hinnikte Gringolette angstig.... Gawein herinnerde zich.... Dit was de zelfde donkere, euvele plaats, waar hij tien jaren geleden door tooverië en magië, hemzelven onbekend, was binnen gedrongen en ingesloten....

Hij poogde den knop te draaien, die een der engelen kon doen zwijgen en met een knars zweeg de engel ook stil; toen deed Gawein zwijgen de andere drie. Wat er zingt bij Merlijn in zijn burcht, zeide Gawein; zingt uit groote, gouden kelken en dunkt mij schooner van klank.

Maar den Koning was het hoofd op de borst gezonken; hij sliep, moede en uitgeput, want hij wist het nieuwe Wonder niet meer en Gawein begreep, dat hij het Zwevende Scaec dit maal niet bij Koning Wonder vinden zoû.

En na het versterkende maal deed Assentijn eere zijn gasten. Gawein zat naast den Koning op zijn breeden troon en zeer verwonderde hij zich als hij dacht aan Destijds, toen alles zoo anders geweest was.... En Ysabele o zij heette als Gaweins verstorvene vrouw en zij geleek zoo zeer op haar! zat op kussens van scharlaken aan grootvaders voet.... En Amadijs zat neêr aan den voet van Gawein....

Maar toen was Gawein gevangen in het net der tooveriën van wellust ende zondig riveel, met honderd-negen-en-veertig anderen; nu was hij, alleen, gevangen in den zoeten toover der puurste liefde.

Ysabele naderde den schildknaap. Zoete en schoone knape, zei de princes. Zijt gij krank? Gij en volgt niet uw heer en alle kleur besterft op uwe kaken! Darf ik u bijstaan, lieve Amadijs? Lace, mijn hooge jonkver! zei Amadijs en sloot de oogen. Ja, ik gevoel mij krank tot mijnen toren en zal mijn heere Gawein niet volgen kunnen in zijne queste!

En de zoete woorden, al was Gawein geen vinder, welden als water uit een wel Gawein uit het harte en sprak hij met zijn diepe stem en Ysabele, naast hem gaande, langs de lange zonnebloemenhaag, in hare witte, nauwe, even slepende kleed, de vlechten twee over den smallen rug, twee over den smallen boezem, hoorde ze met vreugde aan, hoe zij ook droomde, iedere nacht van Gwinebant, van Gwinebant!

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek