Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
Den volgenden morgen, na oorlof van Koning Ban en de beide princessen te hebben genomen, reden de beide ridders verder en nu zeker van hun weg, want Belleflore en Ydeleine, die wel van Morgueine wisten, hadden hun gezegd welken weg te nemen was naar de Vallei der Ontrouwe Ridderen. En zonder verder aventuur reden zij enkele morgenuren en het was niet meer dan een genoegelijken rit.
Was hij hier gisteren? riep heftig Lancelot, om te weten. Dezen dag nog? riep Gwinebant na. Niet gisteren.... En niet dezen dage, zeiden de zusters. Maar een jaar her.... zei Ydeleine. Ja, een jaar her, zei Belleflore. Hij kwam en was moede des dwalens en rustte uit en hij at met ons en wij dreven jolijt.... Wij festoyierden te zamen en hij was zoo hoofsch....
De kemenade donkerde, met wat maneschijn, blauwig aan de kleurige ruiten bleekend. En Belleflore tokte aan haar luit en Ydeleine vlijde met den strijkstaaf over de vijf glasreine koorden van haar psalterion. En zij zongen, beiden, met zachte stemmen, om beurten en te zamen: Lancelot! Droom ju zoete lot! Droom ju Koninginne! Gwinebant! Lieve knape, schoon wigant Droom ju zoete minne!
Wij hebben toren, zeide Lancelot; niet zoo hoofsch te zijn als onze gezel, welschoone jonkvrouwen, maar hij is immer de hoofschte van ons allen.... Wij dringen niet aan, glimlachte Ydeleine. Wij willen u beiden geen vernoye doen, glimlachte Belleflore. Onze vader zeide ons: gaat tot de ridderen naar antieke zede om gastvrijheid hun verder te bieden.
Wij zijn zusteren, de beide dochteren van onzen vader, den Koning Ban en ik ben Ydeleine. En ik ben Belleflore, zeide de andere; en wij komen u vragen, o ridderen, of gij genegen zijt de zoete melodië te drijven, met ons, deze nacht. Wij bidden het u met hoofschheden....
Harde, herhaalde Gwinebant met een zekeren spijt, ook al vergat hij nooit Ysabele. Gawein! riepen de beide jonkvrouwen uit. Maar is hij ook niet van Tafel-Ronde? Gewes en zeker, bij Sint Michiel! riep Gwinebant. Bij Sinte Marië, Koninginne van Hemelrijk, voegde waardig Lancelot er aan toe. Wij kennen hem, zeide Ydeleine schalk. Wij kennen hem beiden, zeide Belleflore nog schalker.
Wij bedanken u beiden met hoofschheden, Belleflore ende Ydeleine, zei Lancelot, voor zelfs Gwinebant een woord had kunnen zeggen; maar weet wel, dat wij die gonen zijn, die morgen onzen gezel, heer Gawein, moeten verlossen uit de Valleie der Ontrouwe Ridderen en wij dat alleenlijk zullen vermogen zoo wij zelven trouwe blijven aan onze minnekijns... Wij verontschuldigen ons dus harde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek