Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Dit was geen dag voor koning Arthur en zijne ridders, om stil te zitten in de burcht Caradigaan, het was een dag, om te jagen. Koning Arthur kwam tot zijn heeren, tot Gawein en IJwein, tot Perchevael en Lanceloot, tot Keye en Sagremort. "Niet wil ik zitten," sprak hij, "want het weder is schoon en klaar. Jagen wil ik in 't woud van Goriënde het witte hert, dat zal hooren het geblaf mijner honden.
Denk b.v. aan dat heel kleine meisje dat Gawein bij een toernooi tot zijn dame gemaakt heeft, opdat zij evengoed een ridder hebben zou als haar oudere zuster.
Toen zweefde het Scaec weder hooger, boven de opene vallei. En Gawein hoorde nog roepen den Koning van af de hoogste tinnen: God moet u geleiden, Gawein! Scheiden moeten mijne oogen hier van u...! God moet u geleiden! hoorde Gawein de ridders om den Koning roepen. Gawein, zonder ommezien, om het Scaec niet uit het oog te verliezen, hief ten laatsten groet de speer hoog....
Wat wilt gij mij mede voeren naar uwe tooverlandouwen, naar het Dal van den dollen Dans, waar wie binnen treedt, danst tot hij dood valt en waar uit ik Lancelot, die zonder arg was binnen gedoold, heb moeten verlossen van den dood, dien gij hem aan wildet doen, mijn edelen gezel, dien ik min! Gawein, glimlachte zoet Morgueine.
"Heer ik moet Galiëne volgen," zoo sprak Ferguut tot den koning, nadat het feest voorbij was, "ik ben echter één uwer ridderen, wanneer gij me roept." "Vaartwel," sprak Arthur, de vorst, droeve, "allen moeten wij van elkander gaan. Onze Heere God moge u begeleiden." Zij reden heen. Gawein en Gosengoot, Perchevael en Lanceloot brachten hen tot den Rikenstene.
En zij kuste hem dankbaar en alle ridders en edelvrouwen prezen Gawein als den hoofschte, maar hij verontschuldigde zich en zeide, hij had niet meer dan Lancelot gedaan.
En overal komt er een warme zachte gevoelstoon over wat er verteld wordt: de vriendschap tussen Iwein en Gawein heeft een volkomen sentimenteel karakter en er zijn aardige beelden uit het familieleven, hier en daar een stukje Duitse humor, een roerend afscheid van huis, een roerend weerzien van twee geliefden. »Hun mond was stom, hun harte zong, het droeg een vreugdekrone," heet het lyries.
Het Zwevende Schaakbord vertelt de avonturen van ridder Walewein na zijne eerste "queste", maar laat eene periode van tien jaren verloopen. De moderne schrijver noemt zijn ridderheld Gawein. De schrijver heeft gemeend, dat Gawein stoerder en sterker klonk dan het wel slappere Walewein.
Zegen mij, mijn Vorst, en beveel mij te gaan. En Gawein knielde voor Koning Artur neêr, die hem zegende....
O neen: het is, bij alle Engelen van den Trone, de wigantenrug van Gawein, die allerdapperste, ook voor de vrouwkens!! En het is, tusschen Guenevers vrouwruggetje en Lancelots mannerug, de roode mantelrug van onzen Koning! Ik herken niet zoo goed ruggen als gij zekerlijk wel doet, valiante ridderen, gij allen, op uwe beurt, allerdapperste, die steeds ruggen voor u uit zaagt vlieden!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek