United States or Algeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo ging het tournooi vele dagen voort, en de meeste ridderen van de tafelronde werden achter elkander uit den zadel gestooten, Boört, Sagramort, Laquis, Mereagis, Erec, IJwein, Agravein, Gosengoot en Lanceloot, allen mannen van beroemden naam. Gawein vroeg den koning, of hij strijden mocht. Klagend was zijn stem. Al zijn vrienden waren overwonnen.

Noch door goed, noch door smeeken was hij terug te houden. Men bracht hem harnas, lederen broek, en een helm van staal, hoe fraai kleedden ze hem. Gawein voerde tot hem zijn ros, Perchevael reikte den koning een zwaard, opdat hij het den knaap zou aangorden. De kamerheer spande hem een spoor aan den rechter- en Lanceloot aan den linkervoet.

Mijn been is gebroken." Men haalde Keye uit het water en droeg hem op een schild weg. Ferguut had zich wel gewroken. Het tournooi ging voort. Goed streden Lanceloot, Gawein, Sagremort, Perchevael, Erec, Bohort, Lyonel, Mereagis, IJwein, Laquis, de koning van Spanje, de koning van Roemenië, ridderen van Anjou, van Provence, maar die 't beste vocht, was hij, die het witte schild droeg.

"Heer ik moet Galiëne volgen," zoo sprak Ferguut tot den koning, nadat het feest voorbij was, "ik ben echter één uwer ridderen, wanneer gij me roept." "Vaartwel," sprak Arthur, de vorst, droeve, "allen moeten wij van elkander gaan. Onze Heere God moge u begeleiden." Zij reden heen. Gawein en Gosengoot, Perchevael en Lanceloot brachten hen tot den Rikenstene.

Dit was geen dag voor koning Arthur en zijne ridders, om stil te zitten in de burcht Caradigaan, het was een dag, om te jagen. Koning Arthur kwam tot zijn heeren, tot Gawein en IJwein, tot Perchevael en Lanceloot, tot Keye en Sagremort. "Niet wil ik zitten," sprak hij, "want het weder is schoon en klaar. Jagen wil ik in 't woud van Goriënde het witte hert, dat zal hooren het geblaf mijner honden.

Een zwarte ridder naderde Ferguut, zwart was hij van hoofd tot voet, alleen zijn tanden waren wit. Zwart als de nacht was zijn paard. Hij riep uit: "Dief wie ben je jij, die mijn horen hebt je bent verloren. Ben je uit Allemanje, of uit Engeland? Heeft de koning je gestuurd? De zwakken zendt hij mij toe, maar niet mannen als Gawein, als Lanceloot, als IJwein, als Sagremort, als Perchevael.

Gawein, neef van Arthur. Genovere, vrouw van koning Arthur. Keye, tafelmeester aan het hof. Ferguut, zoon van den boer Somilet. Galiëne, zijn geliefde. Lunette, haar kamerjuffer. IJwein, een ridder. Laquis van Portegale, een ridder. Lanceloot, een ridder. Bohort, een ridder. Sagremort, een ridder. Agravein, een ridder. Gariec, een ridder.